Een Nieuw-Zeelands rondvluchtvliegtuig stortte neer op 28 november 1979, waarbij alle 257 mensen aan boord omkwamen. Het was het ergste vliegtuigongeluk in de geschiedenis van Nieuw-Zeeland.
In de jaren 70 werd vliegreizen naar Antarctica populairder, omdat toeristen het geïsoleerde en mysterieuze continent aan de onderkant van de wereld met eigen ogen wilden zien. De reizen vormden echter wel een gevaar, omdat vluchten naar Antarctica problematisch kunnen zijn.
De uitgestrekte ijsvlakten bieden piloten vrijwel geen visuele referentiepunten en magnetische kompassen zijn nutteloos zo dicht bij de Zuidpool.
De McDonnell Douglas DC-10 die op 28 november 257 mensen naar Antarctica vervoerde, werd gevlogen door een ervaren piloot en copiloot die nog nooit eerder de Antarctische route hadden gevlogen.