Ricardo, een politicoloog, deelt zijn opvatting over de huidige staat van wereldleiderschap en de verschuivende politieke dynamiek. Hij stelt dat de kwaliteit van leiders wereldwijd is afgenomen en dat compromissen steeds moeilijker worden bereikt. Anders dan in de jaren zestig en zeventig, toen leiders als John F. Kennedy, Martin Luther King Jr., Nelson Mandela en Pierre Trudeau bekend stonden om hun visie en vermogen om mensen te verenigen, lijkt de hedendaagse politiek gekenmerkt door verdeeldheid en stagnatie.
In Europa is er een duidelijke opkomst van extreemrechtse partijen, wat gepaard gaat met een toenemende haat tegen kleurlingen en immigranten. Landen zoals Frankrijk, met partijen als het Rassemblement National, en Italië, waar Lega Nord een steeds grotere aanhang krijgt, illustreren deze trend. Dergelijke bewegingen voeden polarisatie en bedreigen de sociale cohesie, terwijl ze zorgen voor een klimaat van angst en wantrouwen.
In Suriname ziet Ricardo een vergelijkbare trend. De kwaliteit van politici, specifiek binnen De Nationale Assemblee (DNA), laat te wensen over. Veel parlementariërs missen internationale ervaring en een bredere visie, wat leidt tot spanningen tussen goed ontwikkelde en slecht opgeleide volksvertegenwoordigers. Deze laatste groep is vaak betrokken bij nutteloze beschuldigingen en gaat zelfs over tot persoonlijke aanvallen.
Ricardo legt de schuld bij de partijleiders die voornamelijk ja-knikkers kiezen, wat de kwaliteit van het bestuur verder ondermijnt. Hij waarschuwt dat zonder sterke en visionaire leiders, de samenleving blijft lijden onder politieke middelmatigheid en interne verdeeldheid.
Om vooruitgang te boeken, moet er een hernieuwde focus komen op leiderschap dat werkelijk in staat is te inspireren en te vereenzelvigen met de behoeften van de mensen.
Het is essentieel dat de partijleiders kiezen voor competente vertegenwoordigers die niet alleen hun partij, maar ook hun land kunnen dienen, met visie, ethiek en een open geest naar internationale normen en waarden.