Arme landen, waaronder Suriname, kunnen hun carbon credits vergeten.
Ondanks alle mooie woorden over miljoenen compensaties, blijft dat hoogstwaarschijnlijk slechts een wens. Arme landen worden misleid door consultants die verdienen aan hun afhankelijkheid en kwetsbaarheid.
Met de aankomende president Trump in de VS, die al heeft aangekondigd het klimaatakkoord te willen verlaten, rijst de vraag of het nog zin heeft de klimaatconferenties voort te zetten. De VS is immers de grootste financiële donor en een van de grootste vervuilers ter wereld.
In de vroege uren van zondag 24 nocwmber bereikten landen tijdens de VN-klimaatgesprekken in Bakoe een akkoord over financiering voor klimaatassistentie aan armere landen. Hoewel sommige delegaties het als een stap in de goede richting zien, blijven veel partijen ontevreden over het bereikte resultaat.
Ani Dasgupta, president en CEO van het World Resources Institute, omschreef de overeenkomst als “een belangrijke aanbetaling voor een veiligere, eerlijkere toekomst”, maar bekritiseerde rijkere landen voor het gebrek aan substantiële financiële toezeggingen, terwijl de levens van miljarden op het spel staan.
De overeengekomen financiële regeling houdt in dat rijke landen tegen 2035 jaarlijks minstens $300 miljard bijeenbrengen om ontwikkelingslanden te ondersteunen. Dit bedrag verbleekt in vergelijking met de gevraagde $1,3 biljoen, een som die volgens experts nodig is om de gevolgen van klimaatverandering effectief aan te pakken.
De overeenkomst vervangt een vijftien jaar oude regeling waarin rijke landen $100 miljard per jaar bijdroegen aan klimaatfinanciering. Het nieuwe bedrag zal worden toegepast op projecten variërend van de overgang naar schone energie tot het versterken van infrastructuren voor duurzame technologieën zoals wind- en zonne-energie.
Ondanks deze toezegging blijft de doelstelling om de opwarming onder 1,5 graden Celsius te houden ver buiten bereik, aangezien de wereld al op 1,3 graden Celsius opwarming zit en koolstofemissies blijven stijgen. Critici vrezen dat de te beperkte financiële toezeggingen niet toereikend zijn om significante veranderingen te realiseren en de dreiging van klimaatverandering effectief af te wenden.
Al met al levert COP 29 een gemengd beeld op, waarin enige voorwaartse beweging niet kan verhullen dat de langverwachte doorbraak in wereldwijde financiële samenwerking voor het klimaat uitbleef. De druk op toekomstige conferenties om actie te versnellen, is groter dan ooit.