In 2020 bevond Suriname zich in een zware economische crisis met een overheidstekort van 13,2% en een negatieve groei van 16%. Het land kampte met aanzienlijke betalingsachterstanden en binnenlandse schulden. Ondanks eerdere rooskleurige beweringen, onthulde een analyse met het Internationaal Monetair Fonds, IMF, de werkelijke uitdagingen. Door strikte bezuinigingen en hervormingen is Suriname weer op een groeipad beland.
Subsidiebeperkingen en financiële discipline hebben geleid tot een sanering van de overheidsfinanciën, waardoor de weg naar economisch herstel werd ingeslagen.
Dit zegt Harry Dorini, directeur Monetaire Zaken en Economische Aangelegenheden van de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
Echter, onze linkse huis-econoom Micheal bekijkt zaken pragmatischer.
Economen vertrouwen sterk op cijfers en data omdat deze kwantificeerbare metingen objectieve, herhaalbare inzichten bieden die besluitvorming ondersteunen. Cijfers stellen economen in staat om trends, patronen en oorzaken binnen een economie te identificeren en onderbouwen beleidsbeslissingen met empirisch bewijs. De focus op data helpt ook bij het voorspellen van economische ontwikkelingen en het evalueren van de effectiviteit van beleid.
Echter, dit kan soms leiden tot de verwaarlozing van de “levensbeleving” van burgers, die subjectief en moeilijk te meten is. Levenskwaliteit omvat immateriële aspecten zoals welzijn, geluk en sociale cohesie, die niet altijd direct uit cijfers af te leiden zijn. Dit betekent niet dat economen dergelijke aspecten negeren, maar eerder dat ze vaak buiten de traditionele economische modellen vallen.
Steeds vaker erkennen economen de beperkingen van een puur cijfermatige benadering en maken ze gebruik van multidisciplinaire methoden. Surveys, kwalitatief onderzoek en het Human Development Index (HDI) zijn voorbeelden van pogingen om de kloof tussen harde cijfers en menselijke ervaring te overbruggen.
Toch blijft het een uitdaging om de complexiteit van de menselijke beleving volledig te integreren in economische analyses, waardoor er een voortdurende behoefte is aan dialoog en samenwerking tussen verschillende wetenschapsgebieden.
