De VN klimaattop COP29 in Azerbeidzjan lijkt af te stevenen op een mislukking, mede door de afwezigheid van belangrijke wereldleiders, waaronder die van de G7 en BRICS-landen. Geopolitieke spanningen, zoals de oorlog in Oekraïne en onrust in het Midden-Oosten, beïnvloeden de bereidheid van landen om deel te nemen. Dit creëert een situatie waarin overeenstemming over klimaatbeleid tussen 200 landen moeilijk te bereiken is.
De Conferentie van Partijen (COP) begon in 1995 en heeft tot nu toe 28 bijeenkomsten gehad. Het doel van COP is het bevorderen van wereldwijde samenwerking om klimaatverandering tegen te gaan, door landen te verenigen in hun inspanningen om uitstoot te verminderen en klimaatbeleid te versterken.
Tijdens COP29 in Bakoe deed president Chandrikapersad Santokhi een oproep aan ontwikkelde landen om hun verantwoordelijkheden jegens kwetsbare landen na te komen. Hij benadrukte Suriname’s rol in milieubehoud en pleitte voor een effectief schadefonds om ontwikkelingslanden te ondersteunen.
Ondanks deze oproepen zijn er weinig verwachtingen dat rijke landen snel actie zullen ondernemen.
De recente aankondigingen van Donald Trump, die van plan is de VS terug te trekken uit het klimaatverdrag, en Argentinië’s voornemen om hetzelfde te doen, dragen bij aan de pessimistische vooruitzichten van de top. De oproep van VN-secretaris-generaal Guterres aan geïndustrialiseerde landen om hun verplichtingen na te komen blijft grotendeels onbeantwoord.
Hoewel initiatieven van Suriname, zoals Internationally Transferred Mitigation Outcomes hoop bieden, is de kans klein dat Suriname op korte termijn aanbieders zal vinden. Zonder significante inzet van de grote uitstoters dreigt deze klimaattop niet meer te zijn dan een herhaling van eerdere mislukte pogingen om collectieve klimaatactie te bevorderen.