Langs Venezolaanse snelwegen komen automobilisten papegaaien, apen en andere wilde dieren tegen – een deel van een alarmerende illegale handel die openlijk plaatsvindt, vaak recht voor de ogen van de lokale politie.
Veel Venezolanen, die worstelen om te overleven te midden van de diepe economische onrust in het land, realiseren zich misschien niet dat de verkoop van wilde dieren langs de weg illegaal is.
Zelfs de autoriteiten lijken onverschillig; zoals een Venezolaanse bron het verwoordde: “Mensen verkopen wilde dieren op straat, vlak naast de politie.”
Nu Venezuela te maken heeft met een van de ernstigste economische crises ter wereld, is de vraag naar exotische wilde dieren enorm toegenomen. De crisis heeft mensen in de overlevingsmodus gedwongen, soms overgaand op stroperij en de verkoop van wilde soorten.
Deze praktijk bedreigt niet alleen de rijke biodiversiteit van Venezuela, maar heeft ook de aandacht getrokken van criminele groeperingen die de handel in wilde dieren zien als een gemakkelijke manier om geld te verdienen.
Vogels zoals ara’s, dolfijnen en zelfs jaguars zijn het doelwit, waarbij China een belangrijke consumentenmarkt is voor deze illegale dierlijke producten.
In augustus voerde Venezuela een wet in die de activiteiten van NGO’s beperkt, wat volgens critici de mogelijkheid van natuurbeschermingsgroepen om bedreigde diersoorten te beschermen, beperkt. “De overheid staat de oprichting van NGO’s niet toe”, zegt Joao Leite de Souza, een natuurbeschermer, eraan toevoegend dat middelen van buiten het land ook beperkt zijn.