Het gesprek ging over de verloedering van onze normen en waarden. Plots riep er iemand: ’De rijke mensen hebben nog normen en waarden, het zijn de arme mensen die hun moreel besef verliezen.” Deze uitspraak schokte de hele groep. Toen we om uitleg vroegen, kregen we te horen dat mensen die het goed hebben of rijk zijn, het niet nodig vinden om te stelen en dat arme mensen daarentegen uit armoede gaan stelen of uit wanhoop zich laten overhalen tot fraude en bedrog.
Armoede, ethiek en moraliteit zijn drie met elkaar verweven concepten die een aanzienlijke impact kunnen hebben op het leven van mensen. Armoede heeft geen toegang tot basisbehoeften, als voedsel, onderdak en kleding. Ethiek verwijst naar de principes en waarden die menselijk gedrag en besluitvorming sturen, terwijl moraliteit verwijst naar de principes en waarden die goed van kwaad onderscheiden. De meeste discussies over armoede richten zich op de economische en sociale gevolgen. Daardoor worden de effecten van armoede op de ethiek en de moraal vaak over het hoofd gezien. Het is een feit dat armoede een aanzienlijke impact kan hebben op iemands vermogen om ethische beslissingen te nemen en zich aan morele principes te houden. Gebrek aan middelen kan leiden tot een gevoel van wanhoop, en dit kan ethische overwegingen tenietdoen. Armoede kan er bijvoorbeeld toe leiden dat mensen kunnen worden overgehaald om steekpenningen aan te nemen of fondsen te verduisteren.
Armoede heeft ook invloed op hoe mensen zich voelen, daardoor zijn mensen in armoede mentaal vaker minder gezond en hebben ze vaker psychische problemen. Ze worden sneller blootgesteld aan discriminatie of stigmatisering Wanneer individuen geen toegang hebben tot kwalitatief goed onderwijs, missen ze de cognitieve hulpmiddelen, sociale netwerken en ondersteuningssystemen die nodig zijn om ethische keuzes te maken.
Toch kan men wereldwijd zien dat er vele rijke mensen stelen en corruptieve handelingen plegen. Dat zijn mensen met geld voor wie de deuren wagenwijd openstaan om te kunnen studeren, mensen die kansen krijgen om een sterk moreel kompas te ontwikkelen, mensen die niet hoeven stelen. Desondanks verliezen ze hun moreel besef. Dat komt omdat macht, hebzucht en egoïsme ze in hun greep krijgen. Hoe meer men heeft, hoe meer men wilt en dat ‘meer’ krijgen ze alleen als ze de macht in handen hebben.
Oorzaken van armoede
Men klaagt over armoede en wijst vaak met het beschuldigende vingertje naar het systeem. Nederland, de overheid, kapitalisten, de Chinezen, kortom alles en iedereen krijgt de schuld van de aanwezige armoede. Toch denk ik dat een belangrijke reden waarom er zoveel armoede heerst onder gezonde volwassenen kan zijn gebrek aan initiatief en productiviteit. Velen houden gewoon niet van werken, dus is het gewoon hun keuze om niet of weinig te werken. Men neemt geen initiatief om zelfredzaam te zijn. Men kiest eerder voor een slachtofferrol en geeft deze houding door aan de volgende generaties. Velen leven in de veronderstelling dat men ‘recht’ heeft op pakketten en uitkeringen. Zo zijn er bijvoorbeeld vrouwen die alsmaar kinderen krijgen van onverantwoordelijke mannen en leunen op de hulp van lanti. Volwassen mensen vinden het normaal dat hun disfunctioneel gedrag beloond wordt. (thuiszittende ambtenaren) De wereld op zijn kop dus!.
Een toonbeeld van aangeleerde afhankelijkheid is de markante wijze van gebruik van het internet onder armen: ze gebruiken het internet wél om de laatste roddels en muziekvideo’s op sociale media te volgen, maar vrijwel nooit om iets nuttigs via Google op te zoeken. Daarom zien we veel arme, gezonde volwassenen die de hele dag niets nuttigs doen? Ze stellen zichzelf dus onnodig onwetend en afhankelijk op en blijven daardoor achtergesteld, terwijl succesvolle mensen veelal op meerdere fronten autodidact zijn.
Men concludeert ook vaak dat armoede leidt tot criminaliteit. Ook dat klopt niet, neem bijvoorbeeld de Haïtiaanse immigranten, die zijn vaak heel arm en toch zijn ze zelden betrokken bij criminele delicten. Haïtianen zijn veelal serieuze harde werkers. Er zijn dus kansen zat om te werken en toch leven vele mensen in armoede omdat ze niet willen werken.
Een simpele manier om een indruk te krijgen van iemands perceptie van normen en waarden is om te kijken hoe ze mensen behandelen. Het zijn juist mensen die rijk zijn die vaak anderen als minderwaardig zien en ze misbruiken en ze voor een habbekrats laten werken.
Conclusie, armoede kan een significante impact hebben. Het is echter essentieel om in te zien dat armoede a state of mind is( een gemoedstoestand is) en dat individuen nog steeds hoge ethische en morele normen kunnen handhaven, ondanks hun mindere sociaaleconomische status. Dus niet alle arme mensen gedragen zich onethisch en niet alle rijke mensen gedragen zich ethisch.
De beste manier om armoede te bestrijden, is om ervoor te zorgen dat je zelf niet tot de armen behoort. Dit bereik je door productief te zijn en door continu en in toenemende mate, bijvoorbeeld middels scholing, je bijdrage te leveren aan de samenleving. Daarmee inspireer je anderen om je heen om meer waardevolle principes en denkwijzen te adopteren opdat zij de kansen in hun omgeving ook assertief leren te benutten, in plaats van passief onder de boom te zitten en te klagen over wie of wat verantwoordelijk is voor hun armoede.
“Poverty is man-made and can be removed by the actions of human beings.” (Nelson Mandela)
Josta Vaseur