Mellie W. heeft recentelijk de redactie van Dagblad Suriname benaderd om haar frustraties te delen over de gronduitgifte procedure. Ze legt haar situatie in een paar zinnen uit.
“Helaas zijn onze stukken niet meegenomen bij de afhandeling van de gronduitgifte voor een groep van 500 mensen. Het is echt teleurstellend dat het proces zo moeizaam verloopt. Mijn vader, mijn broertje en ik maken ons grote zorgen. We hebben te horen gekregen dat niet alle 500 mensen hun grondbeschikking tegelijk kunnen ontvangen.”
Ze vervolgt: “Een medewerker vertelde ons dat we zouden worden gebeld. Wat we nu krijgen, is geen grondbeschikking, maar een bereidverklaring. Hiermee moet je binnen zes maanden je documenten, zoals leges en kosten voor een landmeter, indienen bij de Centrale Bank. Pas daarna krijg je mogelijk een grondbeschikking.”
Mellie geeft aan dat voor hen de grondhuur voor 40 jaar vervalt zonder dat ze wisten dat ze alles opnieuw moesten indienen: “Ik dacht dat we de grondbeschikking al hadden, maar dat blijkt dus niet het geval te zijn. We zijn teleurgesteld, want we dachten dat we dit proces al achter de rug hadden en we ons konden concentreren op het maken van een eigendom.”
Om de situatie te verhelpen is er iemand ingehuurd om bij de afdeling Regionale Ontwikkeling de status van hun bereidverklaring te onderzoeken. “We zien onze naam staan, dus we hopen op een oplossing,” besluit ze.
De frustraties rondom de gronduitgifte zijn een herkenbaar probleem voor velen in de gemeenschap, en de hoop op verbetering in de procedures is groot.
CS