Naast het voortdurende geweld in Gaza, ondergaat de regio een ernstige economische crisis. De kosten van basislevensmiddelen zijn fors gestegen, een weerspiegeling van Israëls strikte controle over de toeleveringsketen. Israël beperkt de import via een duur en beperkt vergunningensysteem, waardoor bepaalde bedrijven monopolieposities verwerven en prijzen verder opdrijven. Extra kosten vanwege beperkte brandstoftoewijzingen en particuliere beveiliging worden doorberekend aan consumenten.
De mensen in Gaza zijn de dupe van deze situatie. Bij transportverlies verhogen bedrijven de prijzen om hun verliezen te compenseren, waardoor essentiële goederen voor velen onbetaalbaar worden. Prijsreguleringen in Gaza falen vaak; bedrijven geven aan ‘uitverkocht’ te zijn van gereguleerde producten, maar verkopen ze via kleine verkopers tegen hoge prijzen.
Palestijnen in Gaza betalen tot tien keer zoveel voor basisvoedsel als in de VS. Lokale gemeenschappen organiseren stakingen en nemen soms hun toevlucht tot drastische maatregelen, zoals het in beslag nemen van voedsel van bedrijven die profiteren van de crisis. Ondanks deze acties blijven de mensen lijden onder het verlies van dierbaren, aanhoudende ontheemding en intimidatie door Israëlische troepen.
Deze chaos lijkt te wijzen op een poging om de hulpinfrastructuur van Gaza te ondermijnen, ondanks UNRWA’s langdurige effectiviteit. Tegelijkertijd verstoren gewapende groepen, vermoedelijk met steun van Israël, de toegang tot hulp, terwijl Israël hier opmerkelijk toleranter mee omgaat dan met andere Palestijnen.
In deze door mensen veroorzaakte crisis blijven de inwoners van Gaza de hoogste prijs betalen. Ze blijven echter vechten voor gerechtigheid en waardigheid, hoewel ze deze lasten niet alleen zouden moeten dragen.