De presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten hebben opiniepeilers en analisten volledig verrast. Wat voorspeld werd als een nek-aan-nekrace tussen Kamala Harris en Donald Trump, eindigde in een verpletterende overwinning voor Trump. De Democratische Partij is enorm gemarginaliseerd, deels door Harris’ vaagheid over economisch beleid, immigratiekwesties en haar positie over Gaza.
Daarentegen domineerde Trump met zijn eenvoudige maar krachtige boodschap: “Trump will fix it”. Deze verkiezingen bieden waardevolle lessen voor politieke partijen wereldwijd, inclusief de regerende partijen VHP en ABOP van Suriname, evenals de oppositie.
Statistische gegevens en analyses lijken niet het respect van de kiezer te winnen; mensen kijken eerder naar hun eigen situatie. Terwijl de kosten van levensonderhoud stijgen en de beloften van olie- en gaswinsten ver weg lijken, willen burgers directe oplossingen, niet over vijf jaar.
Politieke partijen moeten bereid zijn om verder te kijken dan hun gebruikelijke systemen. Niet erkennen dat een vergelijkbare situatie hen kan overkomen, kan leiden tot een harde klap. De transitie van macht, van coalitie naar oppositie, kan verrassend en snel worden voltrokken als de partij de problemen van het volk niet effectief adresseert.
De Amerikaanse verkiezingen dienen dus als een waarschuwingssignaal en een kans voor politieke reflectie.
