Open brief aan de Staatsraad

Aan: 

DE VOORZITTER EN LEDEN VAN DE STAATSRAAD

ALHIER

Datum: 7 november 2024

Betreft:  Herschreven Ontwerp wet Spaar en Stabilisatie Fonds

L.S.,

Naar aanleiding van het op 18 september 2024 aan de Staatsraad voorgelegde herschreven ontwerpwet voor het Spaar- en Stabilisatiefonds, waarvan de inhoud mij bekend is, wil ik u vanuit plichtsbesef en in het algemeen belang  attenderen op een aantal zeer ernstige tekortkomingen die zeer negatieve gevolgen zullen hebben voor de huidige en toekomstige generaties.

Als deze herschreven, maar verwerpelijke versie van de wet door het parlement mocht worden goedgekeurd, krijgen toekomstige regeringen vrij spel om de goede bedoelingen omtrent het gebruik van inkomsten uit onze olie- en andere sectoren te ondermijnen.

Om blijkbaar slechts het idee te wekken dat het SSF conform internationale standaarden zal opereren wordt in artikel 6 opgenomen dat” in ieder geval de SANTIAGO PRINCIPES in acht zullen worden genomen”. 

Sovereign Wealth Funds (SWF’s) moeten transparant en frequent rapporteren, met duidelijke eigenaarschap om problemen te vermijden. De Santiago Principles dienen als referentie voor goed bestuur, maar de herschreven “Wet Spaar- en Stabilisatiefonds” schiet hierin tekort. Het bestuur van het fonds wordt onnodig gepolitiseerd, terwijl dit technisch zou moeten zijn. 

De voorgestelde Raad van Bestuur (RvB) kan daarom beter fungeren als adviesorgaan voor de minister. Het in de vorige Wet voorgestelde Co Financieringsfonds dient te worden gehandhaafd.

Enkele commentaren op de conceptwet text:

  1. Het Fonds heeft geen eigen middelen.  Het fonds, een zelfstandige rechtspersoon, heeft geen eigen middelen, zoals blijkt uit de betreffende artikelen. Alle inkomsten uit olie en gas behoren toe aan de Staat en worden volgens de wet op de balans van de Staat geplaatst. Deze middelen vallen onder de controle van de minister, al dan niet met toestemming van de DNA via goedgekeurde begrotingen. Er is echter geen enkele beperking op opgeblazen begrotingen.

Het is derhalve noodzakelijk om in de wet een percentage vast te leggen van de inkomsten dat bestemd is voor stabilisatie. Dit zal fungeren als een rem op begrotingsstabilisaties en de overheid dwingen om aan toekomstige generaties te denken.

  1. Vaste bestedingspercentages. In deze Ontwerp Wet ontbreken wettelijke vastgelegde bestedingspercentages van de beschikbare fondsen aan specifieke aandachtsgebieden zoals: Gezondheidszorg, Onderwijs, bevordering ontwikkelingen MKB sector, Klimaatadaptatie en Begrotingsstablisatie. 
  2. Begrotings stabilisatie. De Ontwerpwet legt te veel nadruk op het gebruik van het fonds om begrotingstekorten te dichten zonder structurele oplossingen voor overheidsfinanciering. Het SSF moet niet worden gebruikt om toekomstige begrotingen te stabiliseren zonder vaste regels voor de verdeling van olie-inkomsten over stabilisatie, besparingen en welvaart verhogende projecten. De huidige conceptteksten verplichten de overheid niet tot verantwoord beheer van middelen, maar stellen alleen middelen beschikbaar om tekorten te dekken. 

Het spaargedeelte krijgt in de conceptwet een ondergeschikte rol. Gezien de bevoegdheid van de minister om zijn begroting te stabiliseren, bestaat het gevaar dat er nooit iets zal overblijven voor langetermijnsparen.

Voorgesteld wordt om overheidsfinanciering structureel te koppelen aan kredietverstrekking door banken, naast belastingheffing. Zo beweegt de overheidsfinanciering mee met de kredietverlening en de conjunctuur.

  1. Middelen van het Fonds. Het is zoals in artikel 4 bepaald niet goed duidelijk welke middelen het fonds toebehoren. Het gaat om “inkomsten die de Staat toebehoren” en die “op naam van het Fonds” worden aangehouden op een rekening bij de CBvS. En in artikel 5.3 staat expliciet dat deze middelen zullen worden opgenomen op de “balans van de Staat”. Terwijl artikel 6.8 bepaalt dat de Minister in feite het alleenrecht heeft onttrekkingen te doen. De conceptwettekst maakt van het SWF niets meer en niets minder dan een “extra pot” voor de Minister van Financiën die al dan niet met medewerking van zijn/haar coalitiepartner(s) in de DNA ongeremd gebruik van kan maken.
  1. Overheidsbesparingen. De toelichting op de conceptwettekst geeft de indruk dat men blijkbaar wil goedpraten waarom het fonds gewoon een “pot” moet zijn waaruit de Minister van Financiën naar behoefte kan putten.

Ook de benaderingen t.a.v. Overheidsbesparingen  daarin zijn zeer ver verwijderd van elke Surinaamse realiteit.  Overheidsbesparingen is namelijk een uiterst complex proces waarin de Minister van Financiën slechts voor een heel beperkt deel controle op heeft.

  1. Transparantie beoordeling  Als belangrijke aanvulling in de Conceptwet wordt sterk aanbevolen de internationaal aanvaarde Linaburg-Maduell Transparency Index op te nemen als beoordelingsinstrument voor transparantie. Het is daartoe essentieel een onafhankelijk orgaan in te stellen voor het opstellen van rapporten en audits. Dit zorgt voor betrouwbare en objectieve informatie, wat cruciaal is voor een hoge transparantiescore.
  1. Kas en vermogensbeheer door CBvS

Het leggen van de Kas en vermogensbeheer in handen van de Centrale Bank van Suriname is 

in het geheel niet aan te bevelen. Dit vanwege de invloed vanuit de politiek die zowel de Governor als de Raad van Toezicht benoemd. De ervaringen uit de periode 2011-2015 waarbij een bedrag van meer dan U$ 1,8 miljard is verdampt , althans op geen enkele wijze kan worden verantwoord en in de boeken op spitsvondige wijze werden ondergebracht in een zgn. Post “Errors & omissions” spreekt trouwens boekdelen over de integriteit van deze instelling maar ook t.a.v. het daartoe vereiste deskundig kader. 

  1. Begrotingsdiscipline en Planmatig Opereren: Begrotingsdiscipline en planmatig opereren zijn resultaten van decennialange effectieve bedrijfsvoering en kunnen niet door een korte wet worden bereikt. Het is essentieel voor goed bestuur, maar kan niet door een wet van 2025-2028 worden afgedwongen of snel worden aangeleerd. De verwachtingen in de concepttekst zijn daarom te optimistisch; een realistischere aanpak is nodig.
  2. Leggen van beslagen. Artikel 8 maakt niet goed duidelijk waarom op de activa die het fonds beheert geen beslagen gelegd kunnen worden als de Staat in gebreke blijft aangegane verplichtingen na te komen; de activa van het fonds zijn volgens de conceptwet gewoon eigendom van de staat. Dit klemt des te meer als deze activa grotendeels in de “kluizen” van buitenlandse banken liggen. 
  1. Oprichtingsstatuten SSF. Een aanzienlijk deel van de conceptwettekst kan beter in de oprichtingsstatuten van het SSF worden geregeld waardoor de wet SSF handzamer, beter leesbaar maar vooral effectiever wordt.
  1. Overbodige Details: Het wetsvoorstel bevat te veel onnodige details en lijkt meer op een onvolledige handleiding dan op een wet die een juridisch kader voor het SSF moet bieden. De wet zou zich moeten beperken tot kaders voor doelstellingen, financiële infrastructuur, bestuur, beheer en werkingsgebieden. Deze kaders moeten vervolgens worden uitgewerkt in uitvoeringswetten door deskundige stakeholders, waardoor de wet meer toekomstbestendig wordt.

Geachte Voorzitter en college ,

Wetgevers moeten bij hun beslissingen beseffen dat wetgeving niet enkel als een opportunistisch instrument mag worden gezien. Hoewel de huidige regering veel macht heeft, kunnen toekomstige leiders deze macht misbruiken voor persoonlijk gewin als de regels dit toestaan. Het debat over het SSF moet daarom focussen op regelgeving en stabiliteit die duurzame wetten kunnen bieden.

Een bestuur waarin de politiek directe invloed uitoefent, heeft in ons land altijd geleid tot mismanagement, corruptie, inefficiëntie en nepotisme. Voorbeelden hiervan zijn te zien bij nagenoeg al onze 163 staatsbedrijven. Daarom moet dit Spaar- en Stabilisatiefonds in het belang van alle burgers zo onafhankelijk mogelijk worden gemaakt van excessieve politieke beïnvloeding.

Voor degenen die de macht hebben om deze wetgeving vorm te geven, is de boodschap duidelijk: denk verder dan kortetermijnwinst. Door wetten goed te keuren zonder grondige overweging van hun langetermijneffecten, riskeert u corruptie en machtsmisbruik te faciliteren. Het is cruciaal om een cultuur te bevorderen waarin wetten worden gerespecteerd en hun beoogde regelgevende functie behouden blijft.

Een fonds zonder onafhankelijkheid en transparantie is niet alleen een bestuurlijk falen, maar ook een gemiste kans om een welvarende toekomst voor de komende generaties te waarborgen.

Er moet rekening mee worden gehouden dat de inkomsten uit de oliesector naar schatting slechts 15 tot 20 jaar zullen duren en uit de goudsector 30 tot 40 jaar. Zodra deze inkomsten wegvallen, zal onze economie waarschijnlijk terugvallen naar een huidige of zelfs slechtere situatie.

Laten we ons daarom inzetten voor een systeem van wetten dat integriteit uitstraalt en een samenleving bevorderen waarin elke beslissing getuigt van wijsheid en vooruitziende blik.

Hoogachtend,

Ir. Dharmvir.K.Mungra

Vml.Coordinator v.d. stuurgroep IUD

Vml. Gedelegeerd Commissaris en RVC lid van Staatsolie

Vml RVC Lid Grassalco

Vml. Lid van het IFONDS

Vml. Direkteur van Openbare Werken

C.c.: ZE President v.d. Rep.Suriname

        ZE Vice President v.d. Rep Suriname

        Voorzitter en leden  van DNA

error: Kopiëren mag niet!