Ontwikkelingslanden zoals Suriname hebben de technologie en expertise niet om te kunnen meten of het vele geïmporteerde fruit, voedselgewassen en voedselproducten uit het buitenland de zogeheten Living Modified Organisms (LMO) bevatten.
LMO’s zijn genetisch gemanipuleerde organismen die door middel van een bepaalde technologie geplaatst worden in planten, dieren en insecten met als doel de beste voedselproducten te verkrijgen. De vraag is hoe veilig deze LMO’s zijn voor de gezondheid van de mens.
Dit vraagstuk, dat valt onder bio-veiligheid, was een van de belangrijke onderwerpen op de agenda van de onlangs gehouden COP-16 vergadering van de VN over biologische diversiteit. De vergadering werd gehouden in Cali, Columbia.
Minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM), die aan de conferentie heeft deelgenomen, zegt dat tijdens de beraadslagingen de ontwikkelingslanden met succes er voor hebben gepleit dat de rijke ontwikkelde landen hun kennis delen op het stuk van LMO-metingen. De verwachting is dat binnen niet al te lange tijd de nodige “resources” beschikbaar zullen komen.
De minister verwijst onder meer naar de vele fruitsoorten die uit het buitenland naar Suriname worden gehaald. Deze geïmporteerde fruitsoorten zien er vaak mooi en gaaf uit, en blijven langer vers in tegenstelling tot lokale fruitsoorten. Lokaal fruit krijgt al na enkele dagen schimmels, terwijl fruit uit het buitenland veel langer mee gaat. De kans is groot dat geïmporteerd fruit LMO’s bevatten. De vraag is hoe veilig dat is.
Suriname heeft de expertise nog niet om LMO’s in fruit en gewassen te kunnen meten en of te weten of deze producten gezond zijn of niet.