Vandaag vinden er verkiezingen plaats in de Verenigde Staten van Amerika. De kiezer heeft twee voornaamste keuzes: Kamala Harris van de Democratische Partij en Donald Trump van de Republikeinse Partij.
Ongeacht wie van de twee wint, zal het buitenlandse beleid naar Latijns-Amerika niet veranderen, aangezien ze de Monroe-doctrine blijven volgen.
De Monroe-doctrine, geformuleerd door de Amerikaanse president James Monroe in 1823, was een politiek principe dat zich verzette tegen Europese koloniale inmenging in de Amerika’s. De doctrine stelde dat elke poging van Europese landen om politieke invloed uit te breiden in Zuid- en Latijns-Amerika als een vijandige daad tegen de Verenigde Staten zou worden beschouwd. Het doel was om de Amerikaanse invloed in het westelijk halfrond te versterken en de onafhankelijkheid van Latijns-Amerikaanse staten te beschermen. Dit beleid bleef decennialang een belangrijke pijler van de Amerikaanse buitenlandse politiek in het gebied.
Hoewel de binnenlandse strijd hevig is, blijven de buitenlandse beleidslijnen ten aanzien van Latijns-Amerika waarschijnlijk consistent, ongeacht wie er wint.
Beide partijen blijven vasthouden aan de Monroe-doctrine, die zich verzet tegen externe inmenging in het westelijk halfrond.
De geopolitieke standpunten over andere wereldregio’s, zoals het Midden-Oosten en Europa, variëren. Israël geniet brede steun als strategische bondgenoot, terwijl de respons op Rusland en de situatie in Oekraïne zich richt op het tegengaan van agressie. De VS blijft betrokken bij de NAVO en streeft naar nauwe samenwerking met de EU. In Azië staan handel en veiligheid centraal in de relaties met China en ASEAN-landen.
De Amerikaanse presidentsverkiezingen van vandaag beloven een van de meest intensieve politieke shows in de geschiedenis te worden. Terwijl Donald Trump mogelijk opnieuw zijn opwachting maakt, vergelijken critici zijn autoritaire stijl met historische fascistische regimes in Europa.
Ondertussen staat Kamala Harris tegenover hem als een belangrijke Democratische uitdager, met krachtige bondgenootschappen in de regering zoals minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken.
Blinken heeft echter kritiek gekregen vanwege zijn tegenstrijdige benadering van internationale conflicten. Zijn inspanningen voor een staakt-het-vuren in het Midden-Oosten worden in sommige kringen gezien als hypocriet, gezien de voortdurende steun aan Israëlische militaire operaties.
Blinken heeft bewezen dat hij door zijn tanden heen kan liegen dat hij werkt aan een staakt-het-vuren terwijl hij de massamoord op Palestijnen door zijn mede-zionisten faciliteert
Het electoraat blijft verdeeld: slechts 50 tot 60 procent van de kiesgerechtigde Amerikanen doet mee aan de verkiezingen, meestal gelijk verdeeld over de twee hoofdpartijen. Deze polarisatie verhult echter een fundamenteler probleem: de vraag of de Amerikaanse kiezers werkelijk een keuze hebben tussen de heersende politieke ideologieën. In werkelijkheid lijken de Republikeinen en Democraten meer op elkaar dan ze verschillen, vooral op cruciale kwesties als oorlog en vrede. De invloedrijke miljardair-oligarchen blijven achter de schermen de touwtjes in handen houden, waarbij ‘democratie’ vaak niet meer is dan een zorgvuldig geconstrueerde illusie.
Harris of Trump zullen vandaag het meest gewelddadige gekozen ambt in hun thuisland (en de wereld) bekleden.