Basisinkomen – Deel 1

‘Een ieder heeft recht op een levensstandaard die toereikend is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, met inbegrip van voedsel, kleding, huisvesting en medische zorg en de noodzakelijke sociale diensten, en het recht op zekerheid in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, weduwschap, ouderdom of een ander gebrek aan middelen van bestaan ​​in omstandigheden buiten zijn controle.’ (Bron: universele verklaring van de rechten van de mens, Verenigde Naties, artikel 40).

Martin Luther King was van dezelfde mening toen hij zei: ‘De oplossing voor armoede is om het direct af te schaffen door een nu breed besproken maatregel: het gegarandeerde inkomen. … We zullen waarschijnlijk ontdekken dat de problemen van huisvesting en onderwijs, in plaats van vooraf te gaan aan de eliminatie van armoede, zelf zullen worden beïnvloed als armoede eerst wordt afgeschaft.’ (Martin Luther King).

Karl Marx: “van ieder naar zijn vermogen, aan ieder naar zijn behoeften“; ” Van ieder naar zijn bekwaamheid, naar ieder naar zijn behoeften”.

De reden waarom sociale hervormingen frontloaded moeten zijn is gelegen in het feit dat gegeven de aard van de politieke constellatie de kans zeer gering is dat de politieke elite aandacht zal hebben voor sociale hervormingen. Men gaat het te druk hebben met het verdelen van de inkomsten naar diverse belangengroepen. Immers de eigen aanhang geniet de voorkeur en die is grotendeels reeds gefaciliteerd in het ambtenarenapparaat waar men zonder te presteren een inkomen ontvangt. Dat is zeer onrechtvaardig en discriminerend naar de echte behoeftigen in de samenleving, de mensen die niet beschikken over slagkracht in de maatschappij en ook niet beschikken over chantagemiddelen.

Het idee van een basisinkomen

Sociale rechtvaardigheid is de belangrijkste reden om een  basisinkomen wettelijk te institutionaliseren als economisch recht, hoewel het complementair is aan de andere twee belangrijke doelen, namelijk vrijheid en economische zekerheid.

De rijkdom van de samenleving is collectief van aard immers onze inkomsten en rijkdom van vandaag zijn veel meer te danken aan de inspanningen en prestaties van vorige generaties dan aan wat we zelf doen. De aandelen van het nationale inkomen die naar ‘kapitaal’ en ‘arbeid’ gingen, waren voorheen ruwweg stabiel; die oude consensus is thans verdwenen. We bevinden ons in een tijdperk, waarin steeds meer inkomen naar een minderheid van renteniers gaat die bloeien van de opbrengsten van eigendom – fysiek, financieel en ‘intellectueel’.

Dit heeft geen morele of economische rechtvaardiging. En de ongelijkheden vermenigvuldigen zich, net als de wrok. De mix van angst, anomie, vervreemding en woede creëert een ‘perfecte storm’, waardoor populistische politici op angsten kunnen inspelen om steun te verwerven voor agenda’s die echo’s hebben van de lelijke nasleep van de eerste wereldoorlog.

Ik zou willen stellen dat, als anker van een meer egalitair en meer emancipatoir systeem, basisinkomen een politieke noodzaak is geworden, wat een van de redenen is om hierover te schrijven. 

Er zijn voorbeelden te over: de bijstand en meer in het bijzonder de sociale welvaartstaat zoals ontworpen door Drees senior in Nederland gebaseerd op aardgas, social security in de usa, Alaska Permanent Fund gebaseerd op inkomsten uit de olie, Government Pension Fund Global in Noorwegen gebaseerd op olie, la Bolsa Familia in Brazilië. 

Een goed beheer van de inkomsten moet een land in staat stellen om het fonds in de loop der jaren op te bouwen en het bedrag dat wordt uitgekeerd als basisinkomen of sociaal dividend te verhogen naarmate het fonds zich ontwikkelt.

Richard B Kalloe

error: Kopiëren mag niet!