Het Platform Integrale Samenwerking van Organisaties met een Speciale Hulpvraag (ISOS) richt zich voornamelijk op de participatie van personen met een beperking in de samenleving, met een bijzondere focus op de sportdeelname van kinderen. De stichting streeft ernaar inclusie en gelijke kansen in de sport te bevorderen, omdat sportdeelname cruciaal is voor de sociale, emotionele en fysieke ontwikkeling van jongeren met een beperking.
Angelo Mercuur, commissaris van de subgroep Sport en Gezondheid binnen ISOS, benadrukt dat recentelijk een focusgroepsonderzoek is uitgevoerd. Dit onderzoek omvatte kinderen met een beperking, hun ouders en sportprofessionals, en heeft geleid tot interventies ter ondersteuning van inclusieve sportmogelijkheden. Mercuur heeft op basis van deze onderzoeksresultaten verschillende programma’s ontwikkeld. “Sporten is toegankelijker dan ooit voor mensen met een beperking, maar er zijn nog veel stappen te zetten. Oorspronkelijk waren we gestart met atletiek, softbal en kickboksen; nu hebben we het aanbod uitgebreid naar zes verschillende sporten voor deze doelgroep”, zegt Mercuur, die naast zijn rol bij het ISOS ook voorzitter is van de Stichting voor Ontwikkeling van Sport en Begeleiding van Sporttalenten Suriname.
In samenwerking met de Stichting Youth Class Foundation en andere organisaties zoals Mikandu en Huize TylTyl, worden er initiatieven opgezet om sport toegankelijker te maken voor kinderen met een beperking. Ook de ouders worden bij deze begeleidingsprogramma’s betrokken. De benodigde materialen voor de eerste trainingen worden geleverd door ISOS.
Carlos Helberg, ondervoorzitter van ISOS, merkt op: “Het aantal kinderen met een beperking is veel groter dan we aanvankelijk dachten. Het vereist extra inspanning van veel betrokkenen.” Hij wijst op de obstakels waar sportverenigingen mee te maken hebben, zoals het ontbreken van rolstoel opritten en speciaal vervoer voor kinderen met een beperking. Dergelijke voorzieningen zijn vaak niet beschikbaar, en het is belangrijk dat de gemeenschap zich bewust wordt van de achtergestelde positie van deze groep en de negatieve gevolgen daarvan.
Helberg stelt de vraag: “Hoe kunnen wij als burgers, overheid, ngo’s en andere belanghebbenden bijdragen aan de ontwikkeling van deze Surinamers binnen de maatschappij?”
Momenteel worden er sportlessen verzorgd bij de Mr. Hubert Stichting. Hoewel deze initiatieven een belangrijke stap zijn in de sportsector, is er meer nodig. “We zien een lappendeken van organisaties en initiatieven die ieder voor zich opereren, terwijl ze vaak dezelfde doelstellingen nastreven”, aldus Helberg. Weliswaar is er soms samenwerking, maar vaker gebeurt dit niet. Er is dus een mindshift nodig, waarin alle betrokkenen gezamenlijk streven naar hetzelfde doel. Helberg pleit voor een stapsgewijs, landelijk en breed gedragen uitvoeringsplan om sporten toegankelijker te maken voor kinderen met een beperking.
De weg naar inclusiviteit in de sport is nog lang, maar met gezamenlijke inspanningen kan de sportwereld veranderen in een omgeving waarin iedereen, ongeacht beperking, kan deelnemen en zich kan ontwikkelen.
CS