Mijn naam is Clyde, een brave werkmier van 25 lentes jong met een vast inkomen dat in de komende tien jaar slechts een schamele 10% zal stijgen—tenzij ik ondertussen opnieuw naar mijn kindertijd wordt gebeamd.
Als de prijzen als een Zen-monnik stabiel zouden blijven, zou dat niet zo’n probleem zijn. Maar helaas, elke dag wordt mijn financieel bestaansrecht verpletterd door de molensteen van absurd hoge inflatie.
Neem bijvoorbeeld die ‘experts’ die op tv met pokerfaces uitleggen hoe ‘stabiel’ onze economie is, terwijl ze waarschijnlijk nog nooit in hun leven een salaris hebben gehad waar alleen kortingsbonnen van overblijven. De herhaalde mantra lijkt te zijn dat armoede ons noodlot is. Want ja, armer worden is blijkbaar ook een optie!
En die facelossers aan de zijlijn? Dezelfde types die vroeger in staatskarossen paradeerden en nu neuriënd in de file staan met ons—hun luxe verloren, maar nog steeds kwistig met lege retoriek.
Begrijpt iemand nog dat het volk recht heeft op voorvechters? Helaas, de enige opstand waar we nu kans op hebben, is een morele revolutie. Maar waar te beginnen? Misschien bij de volgende betaalronde, als de salarisstrookjes ons vertellen dat het enige dat stijgt, onze bloeddruk is.