Geschiedenis is doordrenkt met verhalen van leiders die, gedreven door hoogmoed, boven hun bevolking leefden en zo hun eigen ondergang inluidden. In Suriname is deze les niet onbekend; vaak vertaalt zich dit in de uitslag van verkiezingen wanneer het volk zijn ontevredenheid laat blijken.
Neem bijvoorbeeld het verhaal van Lodewijk XVI en Marie Antoinette in Frankrijk. Hun weelderige levensstijl te midden van een verarmd volk leidde tot wijdverspreide woede, culminerend in hun onthoofding tijdens de Franse Revolutie. Deze episode inspireerde mij toen ik recent naar de film over Napoleon keek en eraan herinnerd werd hoe een volk zijn oordeel kan vellen over leiders die het contact met de realiteit verliezen.
Ook in de moderne geschiedenis herhaalt dit fenomeen zich. De val van de sjah van Iran, die in een leven van luxe verkeerde terwijl zijn bevolking leed, is een treffend voorbeeld. Evenzo ondergingen Nicolae en Elena Ceaușescu in Roemenië een dramatisch einde door executie, terwijl Ferdinand Marcos van de Filipijnen zijn land noodgedwongen verliet en in ballingschap overleed.
Historisch gezien hebben ook leiders hun macht verloren door machtsovernames, oftewel coups d’état. Deze gebeurtenissen benadrukken de gevaren voor diegenen die de vinger aan de pols van hun bevolking verliezen.
Daartegenover staan verhalen van eenvoudige en nederige leiders die hun volk naar grotere hoogten hebben gebracht. Lee Kuan Yew van Singapore en Deng Xiaoping van China zijn voorbeelden van visionairen die hun naties uit de armoede wisten te tillen naar ongekende welvaart. Hun beleid en gedachtegoed hebben een blijvende impact en worden tot op de dag van vandaag voortgezet met veel succes.
Er was zelfs een Arabische leider rond het jaar 1200 die, door voortdurend naar de wensen van zijn volk te luisteren en daarnaar te handelen, een bevolking leidde die tevreden was en geen behoefte had aan meer dan wat ze hadden. Geluk en vertrouwen tussen leider en volk waren hier de sleutels tot succes.
Toch lijkt Suriname soms moeizaam te leren van deze historische lessen, wat resulteert in herhaalde politieke en sociale rampscenario’s. Goede leiders worden vaak herkend aan hun eenvoud en vermogen om de welvaart van de gemeenschap boven persoonlijke glorie te stellen. Oud-president Ronald Venetiaan en voormalig VHP-voorzitter Jagernath Lachmon waren zulke leiders, die eenvoud belichaamden en gemeenschapsidealen de hoogste prioriteit gaven. Tegenwoordig lijken dergelijke kwaliteiten en idealen echter zeldzaam geworden in ons politieke landschap.
Wanneer we naar de toekomst kijken, is het cruciaal dat Suriname de lessen uit het verleden ter harte neemt. Alleen door leiderschap te omarmen dat in dienst staat van het volk, met een echte toewijding aan het algemeen welzijn, kunnen we een duurzame en bloeiende toekomst voor ons land garanderen.