Er heeft zich in Suriname een nieuwe politieke partij aangediend. Deze partij verschilt van de overige politieke partijen in Suriname. De partij durft het aan om zich qua ideologie te onderscheiden van andere politieke partijen. Dat is een eerlijke instap in de politiek, omdat de partij zonder een masker het politieke strijdtoneel betreedt. De politieke partij wordt geleid door de principes van de winti-religie. De waarden en normen en het beleid zijn bepaald door deze religie.
Het Democatisch Platform Suriname (DPS) heeft een partijprogramma op papier en daarmee is het de eerste in Suriname. Het is dan ook de eerste partij die gehoor geeft aan de opdracht uit de Grondwet en de verkiezingswetgeving in Suriname. Die gebieden dat partijen hun partijprogramma en partijideologie op tijd prijsgeven. zodat er een goed debat in het land kan ontstaan en kiezers eerlijk een kans krijgen om te kiezen. Politieke partijen die minder dan een jaar voor de verkiezingen hun partijprogramma niet op papier hebben en het niet beschikbaar stellen aan de kiezers, zijn oneerlijk bezig. Ze gaan geheid het kiezersvolk voor de gek houden, want zij vinden een partijprogramma en dus ook de Grondwet en de kieswetgeving niet belangrijk. Zij verwachten van hun vrienden en familie dat zij op hen gaan stemmen, dus niet op basis van een ideologie en mogelijke regeerbeleidspunten, maar op basis van ‘names and faces’. En dit laatste betekent ook dat men verwacht dat de kiezers stemmen op basis van etniciteit.
Wij vinden wel dat wat dit betreft de DPS een voorsprong heeft op de andere partijen, zeker de nieuwe als 597 Netwerken die het alleen willen hebben van mooi babbelen.
We leven 7 weken voor de verkiezingen en er zijn partijen als de NPS die al in de buurten bezig zijn om huis aan huis te gaan. Wanneer kiezers vragen naar een verkiezingsprogramma, dan hebben de propagandisten in groen gestoken dat niet om uit te reiken. Dat betekent dat het partijprogramma en de agenda een groot geheim zijn, waarschijnlijk omdat het gewoon een ongefundeerde listing is van zaken die niets te maken hebben met een partijideologie, maar een samenraapsel van wenselijkheden van de kiezers. Dan denken we aan volkshuisvesting, onderwijs, openbare gezondheidszorg en banen. Het is opmerkelijk dat dit laatste ook niet door de partijen worden beloofd.
Er worden wel regelmatig massameetings gehouden en dan klimmen politici de podia op om de populaire Surinaamse podiumtaal te praten. Surinaamse podiumtaal is als volgt te definiëren: beloftes die politici doen in aanloop naar de verkiezingen waarvan niet mag worden verwacht dat ze zullen worden uitgevoerd. Podiumtaal is taal om de boel op te zwepen, het is een opwarming voor danspartijen die na de toespraken volgen. Het zijn mooie beloften, zoals paters en dominees het paradijs beloven aan de gelovigen. Het geeft een goed gevoel om daarna uit je dak te gaan met de ingehuurde bands.
De verkiezingstijd in Suriname is voor veel kiezers een carnavalstijd met vrij eten en drinken, vrij vervoer naar politieke feesten, gezelligheid op het podium van een groot aantal acteurs en grappenmakers die zich politici noemen en vooral veel dansen en plezier. Liegen op het podium tijdens de verkiezingstijd hoort bij Surinaamse campagnes, het maakt de kiezer blij. Vandaar dat de meeste politieke partijen de moeite niet hebben genomen om een verkiezingsprogramma te schrijven. Een partijideologie bestaat bij de meeste partijen niet, ook niet meer bij eerder door waarden gedreven partijen als de NPS.
Het is wel duidelijk dat de grote partijen uiteindelijk in de politiek zijn om een belang te dienen: dat van de sponsors. Er zijn partijen in DNA die er bijvoorbeeld duidelijk zijn geweest om de belangen van ondernemers en het kapitaal te dienen. Het is daarom niet verwonderlijk dat er heel weinig wetgeving is aangenomen in deze periode om de sociale orde in het land verder structuur te geven. Het gevolg daarvan is dat het IMF steeds een onvoldoende geeft aan de regering wanneer het gaat om het uitvoeren van de sociale paragrafen. Alles is gebaseerd op ‘names and faces’, corruptie en toevallige inzichten van ministers of juist het gebrek daarvan.
Nieuwe partijen mogen zich in Suriname aandienen: maar men moet het regeren van een land niet onderschatten. Het vereist in de eerste plaats een grondige kennis en praktische oriëntatie van de staatsrechtelijke inrichting van de democratie in Suriname. Verder moet men een grondige kennis hebben van de administratie, overheidsbeleid en wetgeving die door de politiek (lees: DNA en regering) worden gemaakt en ook van de bureaucratie. Men moet ook zeker inzicht hebben in de aandeelhouders die een aandeel hebben in de vorm van zeggenschap en advies bij het formuleren en het uitvoeren van overheidsbeleid. En niet te vergeten, men moet goed inzicht hebben hoe de internationale samenwerking met bijvoorbeeld de VN en haar organen en agentschappen en financiële instituten en de bilaterale diplomatieke samenwerking, moet worden ingezet om de nationale agenda uit te voeren. En zeker moet men ook op de hoogte zijn van de grootste bedreiging die de mensheid de komende jaren steeds meer zal teisteren: klimaatverandering.
Reactionair een partij oprichten, omdat Jan of Piet hun ding niet hebben gedaan en denken dat men beschaafder en beter is, zal Moesje niet naar Parijs brengen, niet eens naar Coronie.
Surinaamse burgers zijn over het algemeen laag geschoold en hebben een heel zwakke politieke scholing en oriëntatie. Het gevolg is dat er oppervlakkige partijen worden opgericht met babbelaars die denken dat door praten en dansen een land kan worden bestuurd.
In elk geval is er nu een partij die haar aard en karakter aan de kiezer heeft getoond. Het is nu aan de kiezer om te kijken of het programma aanspreekt en zich ervan te vergewissen of de partij over het kader beschikt om dat programma uit te voeren. Wij betwijfelen dat tweede wel sterk, want dat kader is heel dun gezaaid in Suriname en is over het algemeen meer buiten dan in de Surinaamse politieke partijen. De winti-religie kent wel degelijk hoge waarden en normen die te vergelijken zijn met de christelijke waarden en normen. De winti-religie wordt door de samenleving gedragen en erkend, maar niet als zodanig door ‘officiële’ inspraakorganen als de Inter-Religieuze Raad in Suriname (Iris). Ook wordt deze religie naar ons weten niet erkend door de religieuze afdeling van Binnenlandse Zaken.