Door de politieke partij 597 Netwerken is recent aangegeven dat de olierijkdommen in een fonds moeten gaan. De partij is er niet van op de hoogte dat voor de mijnbouwinkomsten die een bepaald niveau overstijgen een Spaar en Stabilisatiefonds is opgericht in 2027. Het Fonds is bij de Wet Spaar en Stabilisatiefonds opgericht. De wet is niet ingetrokken dus de jure is het Fonds, alhoewel niet operationeel en bemenst, al opgericht.
De middelen van de olie en gas moeten bij een bepaald overschot in het Fonds worden gestort. Vermoedelijk is het Fonds nog leeg. Mijnbouwinkomsten: alle huidige en toekomstige inkomsten van de Staat verkregen uit de ontginning en verwerking van niet-duurzame grondstoffen, met inbegrip van maar niet beperkt tot, directe belastingen, dividenden en royalty’s ten laste van ondernemingen die een bedrijfsspecifieke mijnbouwovereenkomst met de Staat hebben gesloten en die werkzaam zijn in de ontferming en verwerking van goud en geassocieerde metalen, en olie, bauxiet of andere niet-duurzame grondstoffen, welke gedenomineerd zijn of worden in buitenlandse valuta of internationaal verhandelbare grondstoffen.
Wat is de achtergrond in 2017 geweest om het Fonds in te stellen? We lezen voor u uit de Memorie van Toelichting van de wet, in de hoop uw geheugen op te frissen.
Een van de grootste problemen waarmee de Surinaamse economie in de afgelopen dertig jaar te kampen heeft gehad, is de kwetsbaarheid van de vreemde valuta inkomsten van de Staat uit de productie en verkoop casi quo export van mijnbouwproducten door fluctuaties in de internationale prijzen van grondstoffen. Ons land heeft in het verleden meerdere malen zware tegenslagen moeten verwerken vanwege de scherpe daling in de prijzen van mijnbouwproducten op de internationale markt of vanwege productiedaling in de sector. 1n de periode 1991 — 2010 vertoonden de inkomsten uit de mijnbouwsector gedurende tien jaren een stijging, maar werd ook over een gelijk aantal jaren een daling in de inkomsten genoteerd. Opvallend in deze periode was ook de hoge procentuele fluctuatie in de overheidsinkomsten, waarbij in vijf van de jaren een afname in de inkomsten is genoteerd van meer dan 20%. Deze significante afhankelijkheid van de overheidsfinanciën van mineralen kwam tot uiting in sterke fluctuaties, die financiële instabiliteit veroorzaakten voor de overheid. Dit leidde tot grote begrotingstekorten, wisselkoers devaluaties, en twee episodes van “bijna”-hyperinflatie die het reëel inkomen van de Surinaamse bevolking sterk deed eroderen. Sinds 2000 waren de internationale prijzen van grondstoffen gestegen of stabiel gebleven, hetgeen de broodnodige stabiliteit en economische groei met zich heeft meegebracht.
Toch blijven deskundigen en ratingbureaus waarschuwen voor de gevoeligheid van internationale prijzen van grondstoffen en benadrukken zij het belang van de zogenaamde “Sovereign Wealth Funds” die vele grondstofexporterende landen als buffer hebben ingesteld om hun land tegen fluctuaties te beschermen.
Ook Suriname heeft herhaalde malen de aanbeveling ontvangen om een “Sovereign Wealth Fund” in te stellen als instrument om de gevolgen van prijsschommelingen in te dammen en de bevolking te beschermen tegen de gevolgen van wisselkoers- en inflatie schommelingen. De omstandigheden in 2013-2016, die substantieel het gevolg waren geweest van significante internationale prijsdalingen van de grondstoffen olie, aluminium en goud benadrulcken wederom de eerder gestelde noodzaak tot het aanleggen van financiële buffers.
Het Spaar- en Stabilisatiefonds Suriname dat bij deze wet werd ingesteld kan het best vergeleken worden met een spaarpot waaruit onder bepaalde condities geput kan worden om onvoorziene uitgaven te dekken, en een buffer te vormen voor financiering van intergenerationele ontwikkeling. Het is de bedoeling om met dit Fonds de overheidsfinanciën te beschermen tegen scherpe prijsfluctuaties op de internationale markt voor mijnbouwproducten.
Tevens dient dit Fonds om de diversificatie van de staatsinkomsten te bevorderen en een permanente inkomstenstroom voor latere Surinaamse generaties te genereren. De middelen van het Fonds worden gevormd door stortingen, met name in periodes waarin de inkomsten uit de mijnbouwsector toenemen.
Onze natuurlijke minerale hulpbronnen zijn niet-duurzaam en de export van mijnbouwproducten is een eenmalige verkoop die slechts de huidige generatie ten goede komt.
Wanneer de hulpbronnen zijn uitgeput en de inkomsten gegenereerd door de export van de mijnbouwproducten zijn ontvangen en uitgegeven, is er geen verdere inkomstenstroom meer. Door het storten van een deel van de omzet, met name de meeropbrengsten, in het Fonds, zal Suriname verzekerd zijn van een permanent voordeel voor toekomstige generaties.
Ons land zal er evenwel alles aan moeten doen om ook in de toekomst deze gunstige trend van groei en fiscale overschotten te handhaven en ervoor moeten waken dat de groei niet omslaat in een crisissituatie die de in het Fonds gestorte gelden zal opsloklcen.
Het Fonds heeft onder andere als doel een alternatieve stroom van inkomsten te genereren om de overheidsinkomsten te diversifiëren en waar nodig aan te vullen. Ook is het een doel inkomsten te genereren voor toekomstige generaties door besparingen uit de mijnbouwinkomsten van de Staat.
Het bestuur van het Fonds berust behalve bij 2 regeringsvertegenwoordigers, 1 van de CBvS, een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven en 1 van de vakbeweging. Alle leden van de Raad hebben een academische graad ten minste op doctoraal 1 of masters niveau en dienen te beschikken over aantoonbare ervaring op het gebied van economie of recht en het beheer van en het toezicht op beleggingen. Benoembaar in de Raad zijn personen die van onbesproken gedrag zijn.
Het is van belang dat belangrijke organen, politici en het volk op de hoogte is van het bestaan van zo’n Fonds.