De breuk die is gekomen tussen de ABOP en de PL heeft uiteindelijk geleid tot het voortijdig aftreden van de minister van Binnenlandse Zaken, BiZa. Deze heeft de eer aan zichzelf gehouden en heeft zijn portefeuille aan de president aangeboden. Constitutioneel bekeken is het de president van Suriname die de ministers uit zijn kabinet benoemt en ontslaat. Praktisch betekent dit dat de voordrachten komen van de politieke partijen die in een coalitie fungeren. In de grote partijen komen de voordrachten in een beginfase van de verschillende elkaar bestrijdende kampen in de organisaties zelf.
Het ontslag dat door de BiZa-minister zelf is ingediend, is door de president aanvaard. De minister van BiZa is het levende bewijs geweest van het friends and family beleid waarmee deze regering is en wordt getypeerd. Alle partijen hebben zich eraan ‘schuldig’ gemaakt.
De VHP heeft geprobeerd om in het prille begin haar inschattingsfouten op het hoogste niveau te corrigeren, maar het onkruid heeft zich zodanig verspreid dat het elimeren ervan zou leiden tot zelfmoord. De ABOP, die uitgaat van een monarchie en een koningshuis waarvan de monarch de huidige vp is, is een groot voorbeeld van het friends and family beleid. De vp gaf heel vroeg aan dat zijn kring zal profiteren uit de staatskas van de vooruitgeschoven positie die hij bekleedt. De regering moet nu wel bekendmaken hoeveel mensen extra na 2020 in dienst zijn genomen door deze regering en wat het scholingsniveau van deze mensen is. De PL is niet achtergebleven in het friends and family beleid.
De zoon van de PL-voorzitter was de beste kandidaat van de partij om minister te worden. We hebben dus in deze periode gekend in het bestuurlijke: de vrouw van, de broer van en de zoon van. Over de buitenvrouw en buitenman van is er niet veel informatie, omdat zulke zaken geaccepteerd zijn maar niet in de openbaarheid worden gebracht. Immers, iedereen is in Suriname gelovig en gaat op de zondag in keurig smetteloos pak naar de kerk om religieus te zijn. Maandag tapt men dan weer uit een ander vaatje.
De minister van BiZa gaat over het algemeen personeelsbeleid in Suriname. Aantrekkingen van hoger en lager personeel gaan op gegeven moment door de molen van Biza. Daar kunnen zaken zogenaamd zoek raken, maar ook nog versneld worden.
De minister van BiZa neemt afscheid, omdat hij in ongenade viel bij de politicus bij wiens gratie hij minister was geworden: de voorzitter van de ABOP. De post was niet electoraal verdiend wat de PL was in de verkiezingen van 2020 een pras’oso partij. De PL heeft meegelift op de zwaardere vleugels van de ABOP. De dankbaarheid werd door de minister in het begin ook geuit.
Wat precies tot de politieke breuk tussen de PL en de ABOP heeft geleid is niet bekend. Maar voor de beeldspraak kan wel gezegd worden dat de Abop als boom zich ontdaan heeft van fowru-doti. Dat was de partij verplicht aan de achterband die ook de lasten van de gedecimeerde PL heeft gedragen. Het eruit kikkeren van de PL geeft kansen aan de partij vooral door de achterban die overal bij alle grotere partijen zwaar ongeschoold is en politiek eenzijdig opgevoed. De PL kan zich nu manoeuvreren in de slachtofferrol en de ‘wong jowo’ daarin meenemen. Van daaruit zou de PL zich etnisch kunnen hergroeperen, maar de burgers van Suriname zijn niet geïnteresseerd in langetermijn verhalen. Men is bezig te surviven en het is vandaag veel belangrijker dan morgen.
Partijen die banen, grond, overheidssubsidies en overheidsopdrachten kunnen opleveren hebben meer aantrekkingskracht dan de partijen die dat eventueel zullen kunnen doen eind 2025, als ze bij de verkiezingen zetels hebben behaald en als ze participeren in de regering. Dat zijn 2 keer ‘als’ teveel.
De Surinaamse kiezer en burger is opportunistisch net als de politici en dat is niet verwonderlijk; het zijn kiezers die op gegeven moment politicus worden. De ethische basis en de opvoeding die men heeft gehad als kind, of juist niet heeft gehad, die blijft. De ethische basis van de Surinamer is niet bepaald hoog, het is opportunistisch en veel draait om regelarij en misbruik van bevoegdheden en macht.
In elk geval is het zo dat de BiZa-minister veel heeft geklaagd over het in dienst nemen van overbodige overheidspersoneel, maar structureel heeft hij niets gedaan om dit weer te voorkomen. Hij heeft een public sector reform programma uitgevoerd, maar het was rudimentair en zeer primitief. De overheid is niet hervormd omdat niet is nagedacht over de overheidsfunctie. De minister heeft voor opportunistische redenen de personeelwet aangepast maar het is niet gemoderniseerd. Veel wapenfeiten heeft de minister niet op zijn conto kunnen schrijven. In DNA ging hij steeds op de niet serieuze politieke podium-toer en moest hij steeds tot de orde worden geroepen door de DNA-voorzitter.
BiZa is belast met de voorbereiding van de verkiezingen dus het is zaak dat lopende processen door de speciaal ingestelde structuren wel goede voortgang vinden.