De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) heeft een bedrag van USD 250.000 toegezegd om alle voorbereidingen te treffen voor het verrichten van een biomassa studie van de Surinaamse visgronden. Het onderzoek moet vaststellen wat de stand is van de visgronden, opdat het visserijbeleid daarop afgestemd kan worden.
Vanuit de visserijsector wordt al jaren geroepen om een biomassa studie. De laatste studie dateert van eind jaren ’70. Ondertussen zijn heel wat zaken veranderd en de studie is noodzakelijk, zegt minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij, LVV.
Uit cijfers van het Viskeuringsinstituut is in de voorbije jaren een gestage afname te zien van de visvangst. Het is niet echt met zekerheid vast te stellen waaraan dit ligt. Vissers klagen ook, dat de visvangst achteruit is gegaan. Hun opbrengsten wegen in toenemende mate niet op tegen de hoge kosten die ze maken om naar zee uit te varen.
Bijvoorbeeld bij de vangst van garnalen is deze de laatste tijd drastisch achteruit gegaan. Volgens minister Sewdien komt dit door overbevissing en doordat de habitat van deze garnalen beschadigd is. Nu is er wel sprake van herstel, maar het zal nog wat tijd kosten.
In het Visserij Managementplan is daarom met de vissers afgesproken dat het herstel niet verstoord wordt. Zo is in het plan ook aangegeven hoeveel visvergunningen maximaal per categorie mogen worden uitgegeven, en hoe de controle op de vangst plaatsvindt. De Afdeling Statistiek en Onderzoek van LVV houdt dagelijks de vangsten bij en doet daarvan analyses.
Het biomassa onderzoek zal zeker een paar jaren duren. De levenscycli van alle garnalen en vissen moet namelijk uitgebreid worden onderzocht. Het onderzoek zal veel meer kosten. Wanneer deze zal worden uitgevoerd is vooralsnog niet bekend. Bij het onderzoek zal volgens minister Sewdien de Anton de Kom Universiteit van Suriname betrokken worden. Daar zijn er gesprekken mee gaande.