Sediment en kiezels zijn het enige dat nog over is op de aarde rond een groot deel van Bernardino Mosquera’s kleine riviergemeenschap in de Choco-regio in het noordwesten van Colombia.
Nog maar een jaar geleden stonden er gezonde struiken en bomen op deze belangrijke plek met biodiversiteit, vol met inheemse soorten. Maar toen kwamen illegale goudzoekers, die met hun zware machines de rivierbeddingen uitbaggerden op zoek naar goud.
“Het is hier gewoon woestijn”, zegt Mosquera. “Illegale goudwinning heeft op alle mogelijke manieren invloed op het ecosysteem … het leidt tot gedegradeerd land. Er zijn geen bomen. De waterbronnen drogen op, het is vervuild met kwik.”
Mosquera is een rivierbewaker, een titel die hem en 13 anderen is toegekend. De onbetaalde bewakers dienen als de ogen en oren van de Atrato-rivier: ze onderhouden contact met overheidsinstellingen over milieu- en sociale kwesties in het licht van agressie van gewapende groepen en hopen de verwoesting die ze langs de rivier zien, ongedaan te maken.
Maar na acht jaar raken ze steeds meer teleurgesteld door het gebrek aan steun van instellingen en de groeiende bedreigingen van gewapende groepen die de regio controleren. Het Constitutionele Hof van Colombia verklaarde in 2016, dat de rivier de Atrato die langs deze stad met 2500 inwoners stroomt zo belangrijk is voor het leven dat het rechten zou hebben die gelijk zijn aan die van een mens.