De situatie van werknemers van de Kennedy Stichting – nen insttuut voor dove en slechthorende kinderen in Suriname – is zorgwekkend en vereist onmiddellijke aandacht van de overheid en beleidsmakers. Het is van cruciaal belang dat er snel actie wordt ondernomen om de financiële problemen op te lossen, zodat de stichting haar belangrijke rol voor leerlingen met een auditieve beperking kan blijven vervullen.
De gevolgen van het wegvallen van salarisbetalingen zijn enorm, niet alleen voor de werknemers, maar ook voor de gezinnen die afhankelijk zijn van de diensten van de Kennedy Stichting. Het risico dat kinderen niet naar school kunnen gaan, blijft een zware last voor de betrokken families en kan langdurige negatieve effecten op hun toekomst met zich meebrengen.
Het is volkomen begrijpelijk dat de werknemers zich in een onhoudbare situatie bevinden. Hun toewijding aan de kinderen en de gemeenschap is bewonderenswaardig, maar zonder financiële stabiliteit is het bijzonder uitdagend om hun belangrijke werk voort te zetten. De stress en onzekerheid die deze omstandigheden met zich meebrengen, zijn niet te onderschatten en vereisen een snelle en doeltreffende reactie.
Een oproep tot actie richting de overheid is dan ook op zijn plaats. Beleidsmakers moeten niet alleen de onmiddellijke financiële behoeften van de Kennedy Stichting adresseren, maar ook duurzame oplossingen onderzoeken om te voorkomen dat dergelijke situaties in de toekomst zich opnieuw voordoen. Dit kan bijvoorbeeld door het creëren van een veiliger financieel klimaat voor sociaalinstellingen en het bieden van adequate ondersteuning voor gezinnen in nood.
Het is van essentieel belang dat deze boodschap luid en duidelijk wordt overgebracht aan de betrokken instanties.
In het kader van het vorengaande heeft een verslaggeefster Dagblad Suriname telefonisch contact gemaakt met e directrice Lea Welzijn-Overeem van de Kennedy Stichting om haar mening over de situatie te vernemen.
“Ik wil graag dat de overheid extra aandacht schenkt aan de sociale instellingen.” In oktober zal het 35 jaar zijn dat ik in dienst ben, maar 20 jaar in de functie als directrice. Het is een hele prettige ervaring. Want ik ken het reilen en zeilen van de instelling. Op financieel gebied werkt het heel anders. We dienen de subsidies in, maar in de praktijk werkt het anders. Een heel lang proces. Als de goedkeuring heeft plaatsgevonden zijn de financiële middelen niet toereikend, waardoor er met de toewijzing maar drie maanden verder worden gegaan voor een heel jaar. Dat is het vaak.”
CS