Bij de 9e Volkstelling die volgende week. op 14 oktober. van start gaat zullen respondenten zelf aangeven tot welke etniciteit ze behoren. De veldwerkers van het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) zullen daarbij zich slechts moeten beperken tot het stellen van de desbetreffende vraag op de vragenlijst en zich onthouden van opmerkingen die de antwoorden van de respondenten zouden kunnen beïnvloeden. Er wordt door de medewerkers van het ABS geen antwoordlijst opgegeven aan respondenten bij deze vraag.
Dit is een van de belangrijke zaken die naar voren kwam tijdens de debatten vrijdag in het parlement tijdens de behandeling van de ontwerpwet die het houden van de 9e Volkstelling regelt.
Het ABS heeft de leiding van de organisatie van de 9e Census. Het parlement heeft vrijdag met algemene (35) stemmen de ontwerpwet goedgekeurd. De verwachting is dat president Santokhi begin deze week met de hoogste prioriteit de wet afkondigt, zodat het ABS op de valreep toch nog de wettelijke basis krijgt om te beginnen met de volkstelling. De laatste volkstelling dateert van 12 jaar geleden.
Afro-Surinamer niet als etniciteit
Tijdens de debatten in het parlement hebben enkele Assembleeleden de wenselijkheid uitgesproken om op de vragenlijst bij het onderdeel etniciteit, Afro-Surinamer te doen opnemen in plaats van marron en creool. Onder meer het lid Patrick Kensenhuys (NDP) was zeer uitgesproken hierover. Hij zegt niet goed te snappen waarom het onderscheid tussen marron en creool wordt gemaakt, terwijl het hier beide gaat om nazaten van tot slaaf gemaakte Afrikanen die naar Suriname zijn gebracht.
In aanloop naar de samenstelling van de vragenlijst voor de 9e Volkstelling heeft de Afro-Surinaamse organisatie Fiti Makandra formeel ook aan de regering en het ABS expliciet gevraagd om Afro-Surinamer als etniciteit op te nemen, in plaats van de onderverdeling naar marron en creool. Over dit thema ontstond een interessant debat tijdens de behandeling van de ontwerpwet.
Geen politieke statement met Census
Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning, onder wiens verantwoordelijkheid het ABS valt, geeft aan de wenselijkheid te snappen om Afro-Surinamer expliciet als etniciteit te doen opnemen op de vragenlijst. Daarmee zou de eenheid onder de Afro-Surinamers moeten worden bevorderd. Dat is een politieke wens, en met de Census zou daarmee dan een politiek statement worden gemaakt. “Echter is die politieke wens niet de basis van de Census. De bases van de volkstelling is beleid en wetenschap”, zegt minister Raghoebarsing.
Etniciteit geeft veel meer aan dan ras. Bij ras gaat het om biologische kenmerken van een persoon. Bij etniciteit gaat het om veel meer dan dat. Het gaat dan onder meer om culturele-, sociale-, geografische- en historische kenmerken. Het gaat om wie de persoon is en hoe de persoon zichzelf ziet.
De vragenlijst die nu is samengesteld is bovendien in de voorbereidingsfase breed besproken met stakeholders in de samenleving. Het brede maatschappelijk middenveld is daarbij betrokken geweest. De vragenlijst werd ook eerst getest. Daarbij zou volgens de minister ook niemand Afro-Surinamer als etniciteit hebben ingevuld. Men had duidelijk behoefte aan specifiek te zijn bij het aangeven van zijn of haar ras en etniciteit.
Veranderingen samenleving
Het ABS gaat volgens minister Raghoebarsing ook mee met veranderingen in de samenleving als het gaat om het samenstellen van de vragenlijst. Zo is deze keer het aspect van gebruik van ICT meegenomen, alsook het aspect van LBTQ-gemeenschap. Hij geeft de garantie dat er geen oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de verkregen informatie uit de Census. De wettelijke regelingen hierover zijn duidelijk, en het ABS houdt zich strikt hieraan. Bij de volkstelling wordt een ieder die zich op het Surinaams grondgebeid bevindt geteld.
In de laatste 12 jaar hebben zich belangrijke veranderingen voorgedaan onder de bevolking, zonder dat er volkstelling resultaten beschikbaar kwamen om die veranderingen te meten. Vanwege de snelle sociaal-economische-, technologische- en demografische veranderingen zoals urbanisatie, toenemende goudmijnactviteiten in het binnenland en andere informele activiteiten, is het van groot belang om op korte termijn actuele en betrouwbare basisgegevens te hebben over de totale bevolking.