Enkele dagen terug is de Internationale Onderwijzersdag herdacht. Door een vakbond van leerkrachten zijn grondpapieren uitgereikt aan een aantal leerkrachten. Deze hebben directe waarde als de leerkrachten direct daarop kunnen bouwen. Maar het is inmiddels bekend dat de regering stukjes percelen uitdeelt in gebieden die nog bos zijn.De rechthebbenden die kijken van ergens op een onverhard pad tussen de bomen door naar het bos en moeten dan heel hard een beroep doen op hun voorstellingsvermogen om het stuk perceel dat aan hun is toegewezen, echt te kunnen aanvoelen of zien. De wegen zijn dan nog niet aangelegd en zelfs de perceelpalen zijn dan nog niet geplaatst. Het enige wat er is, zijn perceelkaarten waarop een landmeter, rekening houdende met al getekende stukjes, vierkantjes in het rood tekent. Dat vierkantje meestal aangeduid met ABCD is dan geplaatst ten opzichte van andere stukken en heeft een bepaalde oppervlakte.
Wat we ook veel hebben gezien tijdens deze regering, zijn de domeingronden die dubbel zijn uitgegeven. Soms wordt dan aan nietsvermoedende rechthebbenden gevraagd om hun stuk op te geven in ruil van een ander stuk domeingrond op een andere plek. En dan wordt er wel eens ontdekt dat er op het nieuwe perceel een schuld rust en er een hypotheek beslag daarop is belegd.
Veel Surinamers houden zich rustig, omdat ze nog hopen op een oplossing zonder rancune, maar velen zijn nog met een dode mus blij gemaakt. We hopen niet dat we onze leraren op lerarendag met een dode mus hebben blijgemaakt.
Terwijl we internationale lerarendag herdachten, trokken in dit kader in het bijzonder 2 momenten te de aandacht.
Ten eerste was er de ontevredenheid van een ouder die op dag van de aanvang van het nieuwe schooljaar te horen krijgt dat de klas waarin zijn kind is ingeschreven niet meer bestaat en dat het kind eigenlijk niet meer op een school staat ingeschreven. Wat dat kind en de anderen in hetzelfde schuitje moeten doen is een raadsel. We begrijpen en hopen dat deze leerlingen een plaats op een school krijgen. De vraag rijst uiteraard hoe het heeft kunnen komen dat betrokkenen zo laat op de hoogte zijn gesteld over het in gevaar zijn van de schoolmogelijkheid van bepaalde kinderen. Het kan dat Onderwijs en specifiek de schoolleider in deze wel iets te verwijten valt.
Verder vernamen we van de minister van Onderwijs dat de inschrijvingen op het ILO bedroevend laag zijn. Dat betekent dat we gaan richting een structureel tekort aan leerkrachten op scholen en in het bijzonder voor bepaalde vakken.
Dan vernamen we ook nog van social media dat sommige scholen al begonnen zijn, maar op het rooster komen de vakken wiskunde en natuurkunde nog niet voor. De leraren zijn er niet en zijn waarschijnlijk vertrokken van groene weiden naar waar het gras groener is of lijkt. De regering moet deze situatie niet te lang tolereren, omdat de kinderen anders het slachtoffer zullen worden.
Het lerarentekort in de lagere regionen is ook een groot probleem geweest in Nederland. De Nederlandse scholen hebben niet volwaardige leerkrachten ingezet die de opdracht kregen om het curriculum met de kinderen. Er zijn Surinamers die goed Nederlands praten maar niet eens een MULO-diploma hebben die nu voor de klas staan in Nederland. Het zijn dan meestal de leerkrachten in de buurten waar vooral gekleurde kinderen de scholen bezoeken. In Suriname is er op de overheidskantoren genoeg geschoold kader, soms ook met onderwijservaring, die bepaalde vakken kunnen gaan verzorgen op bijvoorbeeld de MULO-scholen. Deze ambtenaren moeten in het belang van het Surinaams kind, voor enkele uren per week worden vrijgesteld om de roosters in te vullen, en ze moeten extra betaald worden op basis van wat ze verdienen, zoals 20% van hun beloning.
Al enige tijd merken we dat Suriname leerkrachten verliest. Door de slechte betaling trekken deze geschoolde werkers weg en dat is een wezenlijk onderdeel van het brain drain probleem in Suriname. Doordat de werkdruk op de achtergebleven leerkrachten groter wordt, zorgt dit voor een overbelasting en een verslechterde werkomstandigheid in het onderwijs. In de tussentijd moet een campagne worden gevoerd om Surinamers te interesseren voor de roeping van leerkracht. Dat moet bijvoorbeeld ook relatief meer gebeuren onder mannen, omdat de onderwijssector zwaar vervrouwelijkt is in de afgelopen periode. De regering kan om de tekorten weg te werken, een incentive geven aan iedereen die voor onderwijzer gaat studeren.
Jaarlijks wordt op 5 oktober Wereldleraren Dag gehouden om alle leraren over de hele wereld in het zonnetje te zetten. Het herdenkt de verjaardag van de goedkeuring van de ILO/UNESCO-aanbeveling uit 1966 betreffende de status van leraren. Deze maatstaven stellen vast met betrekking tot de rechten en verantwoordelijkheden van leraren, en normen voor hun initiële voorbereiding en verdere opleiding, rekrutering, werkgelegenheid en onderwijs- en leeromstandigheden.
De aanbeveling betreffende de status van onderwijzend personeel in het hoger onderwijs werd in 1997 aangenomen als aanvulling op de aanbeveling van 1966 door onderwijzend personeel in het hoger onderwijs te bestrijken.
Sinds 1994 wordt Wereldleraren Dag gevierd. Het is een dag om te vieren hoe leraren het onderwijs transformeren, maar ook om na te denken over de steun die ze nodig hebben om hun talent en roeping volledig in te zetten, en om de weg voorwaarts voor het beroep wereldwijd te heroverwegen.