De voortdurende crisis in Palestina toont de schrijnende realiteit van de ontmenselijking van Palestijnen door westerse regeringen en mediakanalen. De oorlog tegen Palestijnen in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever wordt versterkt door een jarenlange retoriek van anti-Palestijns racisme. Westerse media vermijden vaak de historische context, waarbij Palestijnen passief “sterven” en Israëliërs actief worden “gedood”. Dit racistische kader tilt de Palestijnse strijd naar een wereld die vaak ongevoelig blijft voor hun ellende, ondanks de gevolgen van gewelddadige gebeurtenissen zoals die van 7 oktober.
Het geweld begon niet op 7 oktober; het is de voortzetting van meer dan 75 jaar systematische onderdrukking, beginnend met de gruwelijke slachtpartijen tegen de mensheid die Palestijnen moesten ondergaan, zoals de slachtpartijen van 1948 en 1967, en gevolgd door de Eerste en Tweede Intifada. Bovendien hebben dagelijkse agressies van Israëlische bezettingstroepen, kolonisten en de voortdurende ontmenselijking van Palestijnen velen in wanhopige omstandigheden achtergelaten, waar niet-vreedzame methoden opduiken als gevolg van een langdurige, wrede bezetting.
De internationale gemeenschap blijft hun lot negeren, terwijl Israël haar invloed uitbreidt zonder echt verantwoording af te leggen. De wereld rechtvaardigt de wreedheden tegen Palestijnen onder het mom van zelfverdediging door Israël. Dit roept kritische ethische vragen op over de legitieme rechten van een bezettingsmacht en de behoefte aan echte rechtvaardigheid voor het Palestijnse volk volgens internationaal recht.