Kanafani werd geboren in Acre, Mandaat Palestina in 1936. Tijdens de Palestijnse oorlog van 1948 werd zijn familie door zionistische milities uit hun geboortestad verdreven. Kanafani herinnerde zich later de intense schaamte die hij voelde toen hij op 12-jarige leeftijd zag hoe de mannen van zijn familie hun wapens inleverden om vluchtelingen te worden.
In 1972, toen hij in Beiroet was, werden Kanafani en zijn 17-jarige nichtje Lamees gedood door een bom die door de Mossad in zijn auto was geïmplanteerd, wat volgens Israël een reactie was op de rol van de groep in het bloedbad op de luchthaven van Lod.