In discussie met experts ontstaat de krachtige boodschap: “We zijn niet in de minderheid. We zijn niet georganiseerd.” Dit ethos, vergelijkbaar met andere succesvolle landen, biedt ons een grote kans op succes, maar dit vereist een cruciale stap: investeren in hoger onderwijs.
Landen zoals Finland en Singapore tonen aan dat een goed opgeleid personeelsbestand de ruggengraat is van economische en maatschappelijke bloei. Finland, met zijn goed georganiseerde onderwijssysteem, en Singapore, met zijn focus op innovatie en technologisch onderwijs, zijn voorbeelden van hoe verhoogde scholing direct bijdraagt aan nationale vooruitgang.
Wat moet er gebeuren? Allereerst moeten overheden en beleidsmakers prioriteit geven aan toegang tot onderwijs voor alle lagen van de bevolking. Dit betekent investeren in scholen, leraren beter betalen, en – cruciaal – een curriculum ontwikkelen dat 21e-eeuwse vaardigheden benadrukt. Technologische geletterdheid, kritisch denken en probleemoplossende vaardigheden moeten kernonderdelen zijn van dit nieuwe onderwijsparadigma.
Daarnaast moet de private sector samenwerken met de overheid om stages, beurzen en trainingsprogramma’s aan te bieden. Initiatieven waarbij bedrijven investeren in onderwijsprojecten hebben in landen als Duitsland en Canada al hun vruchten afgeworpen.
Ondanks de huidige lage scholingsgraad in Suriname, hebben we de kans om dit tij te keren. De organisatie is aanwezig, het potentieel is enorm. Met gerichte inspanningen kunnen we onze educatieve structuur hervormen en uitgroeien tot een voorbeeld van succes. Hoger onderwijs is de motor die onze toekomst vooruit kan stuwen. Dit is niet alleen een mogelijkheid, het is een noodzaak voor duurzame groei en welvaart.