Het is een veelvoorkomend geloof dat de bankbiljetten die uit een geldautomaat komen, altijd authentiek zijn en nooit vals. Deze overtuiging is niet ongegrond, maar is diep geworteld in het rigoureuze systeem van controles en veiligheidsmaatregelen die financiële instellingen en overheden hebben geïmplementeerd om de integriteit van de valuta te waarborgen.
Allereerst worden bankbiljetten met tekenen van slijtage of verdachte eigenschappen snel uit de circulatie verwijderd. Banken hebben systemen om oude, vieze en beschadigde biljetten terug te trekken en te vervangen door nieuwe exemplaren. Dit garandeert niet alleen de fysieke kwaliteit van het geld, maar ook de veiligheid en integriteit ervan.
Verder is het namaken van bankbiljetten geen eenvoudige onderneming. Het produceren van valse biljetten die alle echtheidskenmerken repliceren, is voor vervalsers een kostbare en tijdrovende bezigheid. De technologische vooruitgang in de productie van bankbiljetten – zoals watermerken, hologrammen en microprint – maakt het vervalsen bijna onpraktisch en economisch onaantrekkelijk.
Het is dus geen wonder dat de criminaliteit gelinkt aan valse bankbiljetten via geldautomaten aanzienlijk laag blijft. Financiële deskundigen vertrouwen erop dat, dankzij deze voorzorgsmaatregelen, de bankbiljetten die consumenten uit een geldautomaat halen, veilig en betrouwbaar zijn.