De spermakwaliteit van westerse mannen holt achteruit, waarschuwen sommige wetenschappers. Maar is dit reden tot paniek? Het afnemende aantal spermacellen betekent nog niet direct minder vruchtbaarheid. Om deze verontrustende trend beter te begrijpen, hebben we een expert geraadpleegd.
Dr. Janine van der Heijden, een vooraanstaand androloog, legt uit: “Hoewel het waar is dat de spermaconcentratie en motiliteit in de afgelopen decennia zijn verminderd, betekent dit niet noodzakelijkerwijs dat mannen onvruchtbaar worden. De vruchtbaarheid bij mannen hangt van meerdere factoren af, waaronder de kwaliteit van de spermacellen die nog wel aanwezig zijn.”
Een studie in Human Reproduction Update bevestigt deze observatie. Hoewel de gemiddelde spermaconcentratie bij westerse mannen is gedaald van 99 miljoen per milliliter in 1973 tot 47,1 miljoen per milliliter in 2011, ligt deze waarde nog steeds boven de drempelwaarde voor vruchtbaarheid die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is vastgesteld op 15 miljoen per milliliter.
Andere factoren zoals levensstijl, blootstelling aan toxines en voedingsgewoonten spelen een cruciale rol bij deze daling. “Moderne leefwijzen zijn vaak zittend, stressvol en gepaard met slechte voedingskeuzes, wat allemaal kan bijdragen aan verminderde spermakwaliteit,” zegt Van der Heijden.
Toch biedt ze ook geruststelling: “Met aanpassingen in levensstijl, zoals betere voeding, fysieke activiteit en stressmanagement, kunnen mannen hun spermakwaliteit aanzienlijk verbeteren. Bovendien zijn medische innovaties in spermavitrificatie en -behandeling veelbelovend voor de toekomst van mannelijke vruchtbaarheid.”
Kortom, hoewel de afname van spermakwaliteit een zorgwekkende trend is, betekent het niet het einde van mannelijke vruchtbaarheid. Door bewuste keuzes te maken en medische vooruitgang te benutten, kunnen mannen actief bijdragen aan het behoud van hun vruchtbaarheid.