Het water stijgt het Visserscollectief tot aan de lippen. De situatie in de visserijsector is voor de visvergunninghouders oftewel de eigenaren van visvaartuigen onhoudbaar. Lage visopkopprijzen en hoge exploitatiekosten vanwege de flink gestegen prijzen van inputs, maken dat het voor leden van het Vissercollectief al enige tijd niet meer lonend is om hun visvaartuigen te laten uitvaren.
In een petitie aan president Santokhi en Assembleevoorzitter Bee vraagt het Visserscollectief dringend om aanpak op korte termijn van een aantal knelpunten die de visserijsector reeds enige tijd parten speelt. De petitie is woensdag door een groep van circa 50 leden van het Visserscollectief aangeboden bij het Kabinet van de President en de Nationale Assemblee.
Willem Mohamedhoesein, voorzitter van het Visserscollectief, zegt dat de kern van de problemen waarmee de sector kampt, de flink gestegen inputkosten zijn, tegenover de steeds dalende visopkoopprijzen.
Onder meer noemt hij de hoge brandstofprijs waarin zijn inbegrepen de btw en governmenttake. Hetzelfde geldt voor de prijzen van smeermiddelen, buitenboordmachines en andere noodzakelijke visattributen. Door de gestegen energietarieven is de prijs van ijs gestegen van USD 40 naar USD 100 per ton. Een vissersvaartuig verbruikt voor een trip naar zee tussen de 1.000 en 1.200 liter brandstof. De totale expeditiekosten voor een trip naar zee belopen een bedrag van circa SRD 125.000, terwijl door de alsmaar kelderende visopkoopprijzen de opbrengsten nu slechts rond de SRD 75.000 liggen.
Visvergunninghouders hebben geruime tijd tegen deze situatie aangekeken in de hoop dat de visopkoopprijzen weer gaan aantrekken. De prijzen blijven echter steeds verder kelderen. De lage visopkoopoprijzen hebben te maken met de verzwakte concurrentiepositie van Surinaamse vis en visproducten op de internationale markt.Voor de leden van het Visserscollectief is de situatie niet meer uit te houden.
Maatregelen
In de petitie vraagt het Visserscollectief om maatregelen zijdens de overheid. Onder meer wordt gedacht aan teruggave mogelijkheden van btw en verlaging van invoerrechten bij import van buitenboordmotoren.
De visserijsector is qua exportwaarde van visserijproducten de grootste subsector binnen het agrarisch geheel. Voor de afgelopen jaren schommelt de exportwaarde rond de US$ 65 miljoen op jaarbasis. Haar bijdrage in het BBP (Bruto Binnenlands Product) bedraagt 10% en zij biedt werkgelegenheid aan ruim 6.500 mensen. Indirect zouden geschat nog 2.000 mensen afhankelijk zijn van de sector, zoals de visopkopers, transportbedrijven, verpakkingsbedrijven en opslagbedrijven.
De sector neemt naast de mijnbouw een belangrijke plaats in bij het genereren van deviezen voor het land. Het grootste deel van de totale productie wordt geëxporteerd. De productie bestaat uit garnalen en vis. De bevolking visserij is verantwoordelijk voor 75 procent van de exporteren, terwijl 25% afkomstig is van de industriële vloot. De lokale markt wordt voorzien van visproducten gevangen door de bevolking visserij.
(Foto: Willem Mohamedhoesein, voorzitter van het Visserscollectief woensdag bij de indiening van een petitie bij het Kabinet van de President.)