De president van de republiek Suriname heeft in zijn laatste Jaarrede voor deze regeerperiode een aantal cruciale zaken aangehaald die van belang zijn voor de toekomst. Deze Jaarrede is gehouden op een moment waarop de lang verwachte Final Investment Decision, FID, is ondertekend tussen Suriname (lees: Staatsolie) en de investeerder en exploitant TotalEnergies. Met de FID gaat een bedrag van meer dan USD 10 miljard gemoeid, welke door de investeerder zal worden besteed. Waar de middelen precies zullen worden besteed is nog niet bekend.
Suriname heeft geen volwaardig ontwikkeld beleid met betrekking tot lokale content. Er zijn al enkele oil and gas seminars in Suriname gehouden, maar of de lokale content (bedrijven, dienstverleners en werknemers uit Suriname) aanwezig is, is ook een moeilijk te beantwoorden vraag. De olie zal in 2028 naar boven opgepompt worden en dan zit de volgende regering al op de helft van haar regeertermijn. De spin off van de investeringen kan al over enkele maanden voelbaar worden in Suriname.
Suriname is in samenwerking met Staatsolie enkele beroepstrainingen gestart over oil and gas. In hoeverre dit kader nu en in 2028 inzetbaar zal zijn lijkt wel haalbaar.
We kijken naar enkele opmerkelijke zaken uit de Jaarrede van de president. Ten eerste gaf de president aan dat het volk offers heeft gebracht om Suriname te redden, en weer op een gezond, economisch pad te krijgen. Naar blijkt zou het om een voltooid proces gaan, maar wij weten dat het IMF nog wacht op een aantal pijnlijke maatregelen zoals de afbouw van de subsidies op stroom (aan de EBS). De president hecht veel waarde aan de FID, omdat hij de investeringen belangrijk vindt voor de toekomst van het land. Het gaat om een investering van ruim 13 miljard US-dollar, om onze natuurlijke hulpbron aardolie te gaan winnen. De investering is voor de regering een mijlpaal, in de geschiedenis van ons Suriname, als Soevereine Staat, sinds 1975.
Belangrijk is de boodschap van inclusiviteit van de president; hij gaf aan dat in het traject op weg naar welvaart, dat op 1 oktober 2024 is ingezet, niemand zal worden achtergelaten. No one shall be left behind. Dat is een mooie boodschap, maar hoe dat zal gebeuren is nog een vraag. Het moet gaan via onderwijs, gezondheidszorg, volkshuisvesting en voorwaardelijke werkloosheidsuitkeringen, ook aan de kwetsbare groepen.
De regering verwacht een wending die we door de komende investeringen zullen maken. De regering wil stap voor stap overschakelen, van crisisbeleid, naar duurzaam ontwikkelingsbeleid. Het herstructureringsprogramma, dat is uitgevoerd, met ondersteuning van het IMF en andere partners, heeft heel wat goeds gerealiseerd, vindt de regering. Maar ze beseft ook, dat de IMF-maatregelen voor de samenleving, onzekerheden, en moeilijke tijden, heeft veroorzaakt. Voor de regering waren de belangrijkste partners in deze wederopbouw, DNA, de vakbeweging, het bedrijfsleven, de religieuze organisaties, de NGO’s en de media. De offers zijn door vooral de burgers gebracht.
De huidige regering vindt dat ze een gezond pad heeft vrijgemaakt, voor de Surinaamse gezinnen, de kinderen, en toekomstige generaties. Zo duurzaam lijken de interventies wat ons betreft niet. Suriname is een kleine economie die op en neer zal gaan van crises, naar toevallige voorspoed. Dat heeft met de kleinschaligheid te maken en de brain drain die constant aan de gang is.
Ook hebben we heel weinig aan engineering gedaan in onze samenleving, de nadruk ligt nog steeds op de monocultuur, nu gaat het om olie en gas verkopen en dat op consumeren.
De Surinaamse burger is als het ware geen asset en geen belangrijke bron van de welvaart zelf. De regering heeft een goed gevoel, maar niet alleen van de FID. Waarvan de regering ook een goed gevoel heeft is niet genoemd.
Terecht stelt de regering dat we van een krimp van de economie van 16% (dus -16% groei) gegaan zijn naar nu een groei van circa 3% tegen het eind van het jaar. Dat zijn geven het IMF en andere gerenommeerde instituten aan. De regering memoreert dat met het gevoerde beleid, de rente voor een hypotheek, fors is gedaald. De regering geeft aan dat nu jonge koppels weer in staat zijn een hypotheek te nemen, om een eigen huis te bouwen, of een perceel aan te schaffen. Maar wat zijn deze cijfers precies? Gaat het om doorsnee koppels of de mensen die bij grote werkgevers werken?
De regering vond het nodig om het grondconversiebeleid als een grote verworvenheid op te noemen: veel mensen zouden nu pas echt zekerheid hebben over hun grond.
In samenwerking met de vakbeweging, zijn sociale maatregelen genomen, om de lasten te verzachten en de koopkracht te verhogen, noemt de president. De belastingvrije grens is verder verhoogd van SRD 220 per maand, naar SRD 9.400 per maand. De belastingschijven zijn ook verruimd. Opmerkelijk is ook het bericht dat vanaf 1 juli 2024, de ambtenaren, en de aan hen gelijkgestelden, een loonsverhoging van 15% ontvangen, en vanaf 1 januari 2025, komt nog eens 5% daarop. Of het welverdiend is valt nog te debatteren.
De onbelaste koopkrachtversterking van SRD 3.500 netto voor ambtenaren, en de aan hen gelijkgestelden, wordt gecontinueerd tot eind van dit jaar, en vanaf 1 januari 2025, wordt die opgenomen in het salaris. ezinnen, met een gezamenlijk netto-inkomen van SRD 6.000, of minder, komen in aanmerking, voor de koopkrachtversterking van SRD 1.800, vanuit het Sociaal Programma. Gepensioneerden, die vallen onder de Ambtenarenpensioenwet, die ook, een onbelaste koopkrachtversterking, van srd 2.500 ontvangen, zullen via het Pensioenfonds, hun pensioen, op basis, van de nieuwe bezoldigingsreeksen ontvangen.
Honderden mensen, in verschillende districten, hebben kosteloos, toegang tot trainingen voor het vergroten, van zelfredzaamheid, en het versterken van de vaardigheden, van de burgers: het project ‘Wroko foe mek’ moni’.
Verschillende fondsen zijn ingesteld, om productie, economische groei en lokale ondernemingen te stimuleren. Wij vinden dat in deze Jaarrede de president toch concrete zaken en verworvenheden heeft aangehaald. We missen echter nog steeds de maatregelen die de basis van de economie verbreden en versterken.