Vicepresident Ronny Brunswijk, tevens voorzitter van de politieke partij ABOP, lijkt zijn ongenoegen over het falende beleid graag naar president Chan Santokhi te schuiven. Santokhi, voorzitter van de grootste partij, draagt volgens Brunswijk de schuld van al het kwaad. Dit is blijkbaar een groot verschil met eerdere leiders zoals Bouterse en Venetiaan, wiens beleid nóg minder geliefd was.
Het humoreske aan deze situatie is dat Brunswijk zichzelf volledig vrijpleit van verantwoordelijkheid, terwijl hij toch deel uitmaakt van de regering. Zijn ministers staan altijd paraat, alsof ze wachten om in te grijpen als een slecht getraind, maar overenthousiast voetbalteam. De relatie tussen de ABOP en Pertjajah Luhur is bovendien doodgelopen, en dat binnen het zittende kabinet.
Als de ABOP al die tijd zo ongelukkig is geweest, waarom stappen ze dan niet uit het kabinet? Of hopen ze letterlijk uit het “raam” gegooid te worden, zodat ze als martelaar kunnen overkomen?
De situatie komt neer op een klassiek geval van “blijven voor de staatsprivileges”. Het lijkt er sterk op dat de ABOP vijanden creëert om bij hun ongelukkige achterban verhaal te halen. Misschien moeten ze eens een kijkje nemen bij de Reclame Code Commissie, daar kunnen ze misschien nog wat inspiratie opdoen voor eerlijk spel!
Santokhi zit er ondertussen maar bij als een moderne Koning Arthur, ontevreden met zijn Ridders van de Ronde Tafel. Het is wachten op de dag dat iemand de politieke Excalibur uit de steen trekt en er een avontuur van maakt. Tot die tijd is het vooral een kwestie van veel praten, weinig doen, en hopen dat niemand doorheeft dat de kleermaker van de koning er nogal heimelijk uitziet.