De Surinaamse regering heeft de goedkeuring van de Executive Board van het Internationale Monetaire Fonds gehad bij de zevende evaluatie onder de Extended Fund Facility (EFF)-regeling voor Suriname. Deze is afgerond. Daardoor kan Suriname in aanmerking komen voor een verdere bedrag van SDR 46,7 miljoen, dat is ongeveer USD 63 miljoen. Daarvan zal SDR 19,1 miljoen of ongeveer USD 25,8 miljoen gaan naar begrotingssteun.
Dit bedrag zal dus zeer waarschijnlijk consumptief worden besteed, maar investeringen zijn niet uitgesloten. Alleen vinden investeringen heel weinig plaats in Suriname. De regering heeft een aantal staatsbedrijven die verlieslatend is. Recent is bericht dat deze staatsbedrijven zullen worden verkocht aan particulieren. Dat kan de staat een mooi bedrag opleveren, maar de staat moet wel het een en ander bedingen voor de werknemers in deze bedrijven. Baanbehoud maar ook productiviteit zijn van belang.
Het IMF vindt dat de Surinaamse regering een behoedzaam macro-economisch beleid handhaaft en moeilijke hervormingen aan het doorvoeren is. Deze maatregelen dragen wel de goedkeuring van het IMF maar maakt de president niet al te populair. Daarin speelt de vp ook een belangrijke rol, doordat hij de populistische kant opgaat.
Het IMF geeft aan dat het economisch beleid van Suriname positieve resultaten oplevert. De gevolgen daarvan zijn niet toevallig maar voorspeld. Het financiële instituut geeft aan dat de economie groeit. De economie groeit maar het moet ook duidelijk zijn of daardoor nieuwe kwalitatief goede banen voor de lange termijn vrijkomen. Houdt de groei automatisch in dat er investeringen plaatsvinden en dat er nieuwe bedrijven zijn vrijgekomen. Hoe staat het met het ontwikkelen van de kleine en middelgrote bedrijven. Een ander gevolg is dat de inflatie daalt. Dat betekent dat de prijzen in de winkels minder snel ‘steigeren’. Dat betekent dat het leven in Suriname minder moeilijk is geworden dan het was enkele jaren terug. Daarbij is ook opvallend dat de regering niet massaal pakketten aan het verdelen is. De inflatie gaat niet gepaard met unconditional cash transfers.
Ook zou de Surinaamse regering volgens het IMF een record hebben bereikt: de internationale obligaties van Suriname staan op een laag niveau zoals het nooit is geweest. Opmerkelijk is dat het IMF van oordeel is dat het vertrouwen van beleggers in Surinaamse producten terug is gekeerd. Het IMF maakt wel reserves bij zijn positieve opmerkingen over de economie in Suriname. Het IMF vindt dat de Surinaamse regering vooruitgang heeft geboekt, maar de autoriteiten moeten de begrotingsdiscipline verankeren. Die discipline moet zodanig gewaarborgd zijn dat het niet afhankelijk is van de wil van toevallige regeerders. Zo kan er in de aanloop naar de verkiezingen een enthousiasme kan ontstaan om het volk te paaien. Het IMF geeft wel aan dat de regering wel door moet gaan om de armen en kwetsbaren te beschermen. Daar moet wel bij gezegd worden dat de regering door moet gaan naar ondersteuning, maar dat degenen die afhankelijk zijn van steun, wel versterkt worden. Die versterking moet ertoe leiden dat deze personen niet meer ondersteund hoeven te worden en dat ze zelf hun brood op de plank kunnen brengen.
Het is van cruciaal belang dat de regering doorgaat met structurele hervormingen om de instellingen te versterken en de zwakke punten op bestuurlijk gebied aan te pakken.
In de berichtgeving van het IMF staat wel, dat het instituut ontheffing heeft verleend aan Suriname voor de niet-naleving van de prestatiecriteria van eind juni 2024 met betrekking tot het primaire saldo van de centrale overheid, op basis van de corrigerende maatregelen die de autoriteiten al hebben genomen. De Surinaamse regering heeft de strenge maatregelen dus niet uitgevoerd op het tempo waarop het overeengekomen was, omdat dit door de zwakte van de overheid zou leiden tot massale onrust. Zo heeft de Surinaamse regering door de kwaliteit van de ambtenaren, de capaciteit niet, ondanks overvolle overheidskantoren, om het sociale programma op ordentelijke wijze uit te voeren.
Deze Surinasmse regering heeft volgens het IMF wel de basis gelegd voor de macro-economische stabiliteit en de houdbaarheid van de schulden te herstellen, en tegelijkertijd de basis te leggen voor sterke en meer inclusieve groei. Het programma omvat beleid om de balans tussen de begrotingen en de schulden te herstellen en de armen en kwetsbaren te beschermen. Ook het monetaire en wisselkoersbeleidskader is verbeterd, de kwetsbaarheden van de banksector zijn aangepakt.
Onbegrijpelijk is dat het IMF aangeeft dat de Surinaamse regering de agenda voor corruptiebestrijding en bestuurshervormingen heeft bevorderd. Van dit laatste hebben we namelijk wel niets gezien.
De prioriteit op de korte termijn is het versterken van de geplande begrotingsconsolidatie en het beschermen van de kwetsbaren tegen de last van de aanpassing. Het geleidelijk afschaffen van elektriciteit subsidies en het versterken van de belastingadministratie zullen helpen begrotingsruimte te creëren voor hogere uitgaven aan sociale bijstand en infrastructuur.
Er is sprake van een hervormingsplan voor de sociale bijstand. Wat dat is, moet ook nog bekend worden gemaakt.
Volgens de IMF-berichtgeving is er een schuldsaneringsproces dat zijn voltooiing nadert. Er zijn bilaterale overeenkomsten gesloten met alle officiële crediteuren en de meeste commerciële crediteuren. Achterstallige binnenlandse schulden zijn weggewerkt. Al met al is het oordeel van het IMF positief, maar een omslag loert steeds om de hoek.