Het staatshoofd heeft tijdens een bijeenkomst in de marge van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een aantal onderwerpen aangehaald die internationaal heel erg actueel zijn. Deze problemen spelen zich ook af in Suriname. De vraag is alleen of de regering in Suriname wel bezig is om op adequate wijze deze problemen aan te pakken. De president haalde onder andere ook aan de multilaterale samenwerking of wat ook wordt genoemd het multilateralisme. Dat heeft primair te maken met geloof in de Verenigde Naties en haar systeem. Landen moeten bereid zijn om in deze organisaties samen te werken. Er zijn bepaalde landen die onder bepaalde regeerperioden niet bereid zijn om mee te doen in het VN-systeem. Dat bleek onder meer tijdens het presidentschap van Trump. Toen kwam het multiculturalisme onder druk te staan. Vanaf toen hebben regeringsleiders steeds het belang van het VN-systeem benadrukt.
In Suriname is tijdens de laatste regeerperiode weinig gebruikgemaakt van het internationaal netwerk. Er is enig succes geboekt voor het herorganiseren van de schulden, maar voor de algehele ontwikkeling van de economie zijn er geen stappen gezet. We hebben een ministerie voor International Business. Daarbij zijn bilaterale samenwerkingen tussen landen van belang. Er is geen bijzondere samenwerking geweest op een hoger niveau dan met bijvoorbeeld Nederland. Deze samenwerking verschilt niet veel met die tijdens de NDP-periode.
Ook in de Zuid-Zuid samenwerking zijn er geen functionele samenwerkingen aangegaan die vruchten hebben afgeworpen zoals nieuwe bedrijven en investeringen.
De betrokkenheid van VN-organisaties is in Suriname op min of meer hetzelfde niveau geweest als in andere periodes. Het multilateralisme staat onder druk binnen de klimaatonderhandelingen die steeds gaande zijn en bij de uitvoering van het zogenaamde Klimaatakkoord. Daar is het een strijd tussen de arme landen die minder vervuilen als Suriname en relatief meer slachtoffer zijn van klimaatverandering en de rijke landen die door het milieu te vervuilen, rijk zijn geworden.
Er is een land dat een oplossing heeft voor de klimaatfinanciering en dat is Barbados. Suriname moet het Barbados-model ondersteunen en dat moeten de andere Caricom-landen ook doen. Overigens is het zo dat Suriname veel zal moeten steunen op Guyana in de komende periode. Er zijn grote investeringen gaande in Guyana. Zo is op social media te zien hoe in Guyana top voetbalstadions worden gebouwd met adequate atletiek faciliteiten waarop internationale wedstrijden kunnen worden gehouden. Regionale kampioenschappen zullen in Guyana gehouden kunnen worden. De brug is belangrijk, omdat Surinamers vaker naar Guyana zullen moeten gaan, het personenverkeer zal omkeren richting Guyana. Surinamers gaan werk zoeken in Guyana.
Overigens is het niet verrassend dat een internationale vlogger uit India, geklaagd heeft over ambtenaren in Suriname. Deze vlogger heeft dit soort berichten vaker gerapporteerd in zijn vlogs in landen in Afrika. Daarvan heeft hij bijna alle landen aangedaan.
De Surinaamse regering moet zwaar optreden tegen corrupte ambtenaren, maar die komen meestal juist uit de politieke partijen die aan de macht zijn.
De president haalde in zijn boodschap bij de VN aan de grote bedreigingen door klimaatverandering en economische problemen, zoals hoge schulden. De Caribische landen hebben vaak niet de middelen om te investeren in essentiële sectoren zoals gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur. De president had in zijn boodschap moeten aangeven wat de plannen van Suriname zijn om het land te beschermen tegen klimaatverandering en met name tegen de zeespiegelstijging. Daarbij had de regering moeten aangeven hoeveel miljard USD Suriname nodig heeft en hoeveel geld ze zelf bij elkaar kunnen brengen en hoeveel geschonken moet worden aan Suriname.
De regering had ook moeten aangeven waar het schort aan de gezondheidszorg. Wij hebben te maken met lage lonen en vertrek van personeel uit de medische sector. Hier zijn het juist de rijke landen die de werkers uit de arme landen wegzuigen. De president had hier een oproep moeten doen. Suriname heeft nagelaten om met de rijke landen overeenkomsten te sluiten waardoor het vertrek van het medisch personeel, geen nadelige effecten heeft op Suriname. De rijke landen die onze mensen opzuigen, hebben een morele en internationale plicht om te letten op de ontwikkelingen in de landen van waaruit ze werkers opzuigen.
Ook met betrekking tot de infrastructuur had de president de plannen en de bedragen moeten noemen. Terecht haalde het staatshoofd de hoge schulden aan. Er is al door de IDB berekend en ingeschat dat een 54-tal landen het niet zullen doen zonder schuldkwijtschelding. Suriname moet pushen voor de kwijtschelding van de schulden. Eerder zijn er schuldsaneringen geweest van zwaar onder schulden gedompelde landen. Guyana was een van deze landen.
Opmerkelijk is dat de president het had over marginalisering van bepaalde groepen, onder andere inheemse en tribale gemeenschappen. De regering verzuimde ook hier om zijn plannen bekend te maken en wat al eerder is gedaan.