Een delegatie van de Saramaccaanse gemeenschap uit Suriname is in Nederland om van Greenpeace te leren hoe zij effectiever kunnen protesteren. De Saramaccaners zetten zich al jaren in om ontbossing en goudwinning in hun leefgebied tegen te gaan. Er zijn al veel protesten in Suriname geweest, maar die leveren niet de gewenste resultaten op.
Noris Bannafoo (31) uit het dorp Baikutu in het district Brokopondo is een van Saramaccanen die hopen te leren van de milieuorganisatie. “Greenpeace is een grote organisatie en heeft ervaring in het demonstreren waar we van kunnen leren. We lopen nu mee en schuiven aan bij meetings om te kijken hoe ze verschillende demonstraties organiseren. In Suriname zijn weinig organisaties waar we op deze manier kunnen leren demonstreren”, aldus Bannafoo tegenover de NOS.
Volgens Bannafoo heeft de ontbossing invloed op hun voedselvoorraad in de dorpen. “Onze kostgronden worden geplunderd door dieren.”
De zwakke economische positie van Suriname heeft ertoe geleid dat het land sterker afhankelijk is geworden van houtkap en goudwinning. Het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten (IACHR) vonniste in 2007 dat de Surinaamse overheid de rechten van inheemsen schendt.
Suriname is een van de bosrijkste landen ter wereld, 93 procent van het oppervlak bestaat uit bos. “Er zijn regels om de houtkap op een duurzame manier uit te voeren”, aldus Rudi van Kanten, onderzoeker en directeur van Tropenbos Suriname. “Maar die worden vaak niet nageleefd. Wat je dan ziet is bosverarming, want de biodiversiteit wordt verstoord.”
Het was donderdag 19 september 262 jaar geleden dat Nederland een vredesverdrag met de Saramaccaners sloot. Dit akkoord erkent de vrijheid en het leefgebied van de Saramaccaners, maar is niet grondwettelijk vastgesteld. Het verdrag ligt in het Nationaal Archief in Den Haag. Bannafoo overhandigde donderdagmiddag symbolisch een kopie van dit verdrag aan Tweede Kamerlid Danielle Hirsch van GroenLinks. Op deze manier wil Bannafoo aandacht vragen voor hun levensomstandigheden in Suriname zegt hij. “Ik hoop dat Nederland dit beter op de agenda kan zetten bij de Surinaamse overheid.”