Binnen twee weken komt de regering met een structuur voor de uitvoering van een rapport gericht op het liquideren en of afstoten van staatsbedrijven die daarvoor in aanmerking komen. Dit zei Financiën-minister Stanley Raghoebarsing woensdagavond op de regringspersconfedretie. Indertijd is door een Stuurgroep een rapport met daarin advies uitgebracht over het rationaliseren van staatsbedrijven en of staatsinstellingen. Er zijn daarbij 163 staatsbedrijven geïnventariseerd.
Van 30 kan gesteld worden dat die meteen geliquideerd kunnen worden. Daarmee is volgens minister Raghoebarsing de overheidsadministratie dan opgeschoond. Het gaat daarbij om staatsbedrijven die helemaal geen rol meer vervullen en dus slechts op papier nog bestaan.
Daarnaast zijn er staatsbedrijven of staatsinstellingen die moeten blijven bestaan zoals de Centrale Bank van Suriname, het Bureau voor de Statistiek, het Planbureau en het Bureau voor de Staatsschuld. Deze instellingen vallen niet te privatiseren.
De grondgedachte bij de rationalisering van de staatsbedrijven is, dat wat particulieren kunnen doen, de overheid zich niet daarmee moet bezighouden. Het gaat dan voornamelijk om productiebedrijven. Voorts zijn er staatsbedrijven die om strategische redenen behouden worden. In deze rij noemt de Financiën-minister onder meer Staatsolie, de nutsbedrijven en de SLM.
Besluit Regeringsraad
Tijdens de vergadering van de Regeringsraad afgelopen woensdag is besloten uitvoering te geven aan het destijds uitgebrachte rapport door een Stuurgroep. Daartoe komt de regering binnen twee met een structuur. Begonnen zal worden met twee bedrijven die makkelijk afgestoten kunnen worden. Over wie die bedrijven zijn is nog geen definitief besluit genomen.
Met het privatiseren van staatsbedrijven wordt de begroting van de overheid ontlast, en krijgen particuliere initiatieven betere kansen.
Wat ook zal gebeuren is dat er wetgeving komt om de uitvoering van het beleid met betrekking tot staatsbedrijven beter te structureren. Momenteel wordt aan deze wetgeving gewerkt. De uiteindelijke bedoeling is dat de overheid met de uitvoering van dit beleid zich beter kan concentreren op haar kerntaken. Daaronder vallen onder meer orde, veiligheid, wet- en regelgeving, basisinfrastructuur en voorzieningen, aldus Financiën-minister Stanley Raghoebarsing.