Net als in het Nederlands deel van het noordelijk halfrond is ook in Noord-Amerika de vogeltrek begonnen. Miljoenen vogels vliegen naar Zuid-Amerika om daar de winter door te brengen. Met name steltlopers als de zilverplevier en de grijze strandloper stoppen onderweg bij de kust van Suriname.
- Steltlopers zijn vogels die lange poten hebben. Ze leven meestal in de omgeving van water. Tijdens de trek en in de winter komen ze vaak voor in dichte groepen op moddervlakten.
Volgens de Nederlandse natuurbeschermer Arne Lesterhuis heeft de kust van Suriname veel gelijkenissen met de Waddenzee, zo bericht het BNN/VARA-programma ‘Vroege Vogels”.
Zo zijn deze ‘Surinaamse Wadden’ met zijn modderbanken en zoutwatermoerassen volgens hem van internationaal belang voor miljoenen vogels en is het een van de belangrijkste overwinteringsgebieden in Zuid-Amerika. Ondanks dat wordt het vogelwalhalla nog niet goed genoeg beschermd, aldus Lesterhuis, en dat is broodnodig.
Lesterhuis woont en werkt in Paraguay als projectleider en natuurbeschermer bij Manomet. Dat is een milieuorganisatie uit de Verenigde Staten, die zich al meer dan 50 jaar inzet voor het behoud van natuurlijke hulpbronnen voor zowel mens als dier. Lesterhuis houdt zich vooral bezig met de bescherming van gebieden, die van belang zijn voor steltlopers, die tussen Noord- en Zuid-Amerika trekken. Uit recent onderzoek blijkt het met veel van deze wadvogels binnen de West-Atlantische Trekroute niet goed te gaan. Lesterhuis pleit daarom ook voor een betere bescherming.
Drieteenstrandlopers (zie foto) trekken in het voor- en najaar door Nederland om zich op te vetten. In grote aantallen verblijven ze tijdelijk in het Nederlandse Waddengebied, op zoek naar garnalen, het belangrijkste voedsel van deze kleine vogels. Maar de Amerikaanse broertjes en zusjes van deze vogel gebruiken de Surinaamse Wadden als pleisterplaats. Deze drietenen trekken niet langs Nederland, maar gaan via hun Noord-Amerikaanse broedgebieden naar Zuid-Amerika om daar tot op de zuidpunt van Argentinië te overwinteren.
Een kleine kop, een lange nek, een gestreepte borst en geelgroene poten. De gestreepte strandloper broedt in Canada en Rusland en trekt ook via de Surinaamse Wadden naar zijn overwinteringsgebieden in Zuid-Amerika.