Politieke partijen en groepen die geen overtuigend verhaal hebben om het leven van burgers te verbeteren, wenden zich vaak tot het zaaien van rassenhaat. Deze strategieën zijn gericht op het overtuigen van zwakdenkende individuen dat hun levensproblemen het gevolg zijn van verdeeldheid.
Hoewel rassenhaat niet openlijk kan worden geuit uit angst voor afstraffing, gebeurt dit vaak anoniem via Facebook.
Volgens Karin, een sociologe, is dit fenomeen universeel en komt in alle landen voor. Echter, in hoogontwikkelde landen is de controle op social platforms strenger en zijn de sancties zwaarder. Zij beschikken over geavanceerde, kostbare controletechnologieën, die in Suriname ontbreken.
Facebook, als een open bron, maakt het gemakkelijk voor haatzaaiers wereldwijd om Surinamers te bereiken. Er bestaat een vermoeden dat veel van deze haatzaaiers uit Nederland komen, waar hun eigen leven mogelijk een ramp is geworden. Hun frustratie uiten ze richting Suriname in de hoop zichzelf enigszins te verlichten.
De zwakdenkende inwoners van Suriname, die vaak geen analytisch vermogen hebben, trappen in deze valkuil. Zij realiseren zich niet dat ze door haatberichten te geloven en te verspreiden, hun eigen leven en waarde ondermijnen. Mensen maken misbruik van Facebook door nepnieuws, hate speech en opruiende berichten te verspreiden, nepaccounts te creëren en doelbewuste aanvallen op individuen of groepen uit te voeren.
Dit kwaadwillend gebruik van sociale media verstoort de sociale cohesie en versterkt de verdeeldheid binnen de samenleving. Het is hoog tijd dat wij, als Surinamers, ons bewust worden van deze bedreiging en actief werken aan het versterken van onze analytische vaardigheden. Alleen door bewuster met informatie om te gaan, kunnen we de negatieve invloed van haatzaaiers tegengaan en werken aan een verenigde, sterke samenleving.