De staatsschuld is in het tweede kwartaal van dit jaar met 11 procent afgenomen ten opzichte van het eerste kwartaal. Per eind juni bedroeg de staatsschuld USD 3,4 miljard, wat neerkomt op SRD 105,3 miljard. De afname is voornamelijk het gevolg van een 12 procent appreciatie van de wisselkoers ten opzichte van de USD.
Daarnaast resulteerden de trekkingen minus de aflossingen in een afname van USD 19,3 miljoen, wat eveneens zorgt voor een verdere daling van de schuldportefeuille.
Het Bureau voor de Staatsschuld schrijft in zijn schuldrapportage over het tweede kwartaal van dit jaar, dat in deze periode de totale trekkingen ongeveer USD 44,4 miljoen zijn geweest. Veelal op buitenlandse schulden, met name het Internationaal Monetair Fonds, IMF, als grootste bron. De binnenlandse trekkingen waren uitsluitend op infrastructurele werken van de overheid.
De totale schuldenlast in deze periode bedroeg USD 99,8 miljoen, waarvan USD 49,4 miljoen bestemd voor buitenlandse schulden en USD 50,46 miljoen voor binnenlandse schulden.
Drie nieuwe leningen
In het tweede kwartaal zijn drie nieuwe leningen afgesloten ter waarde van USD 65,1 miljoen bij de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), het Caribische Ontwikkelingsfonds (CDF) en het Internationaal Monetair Fonds. De leningen waren aangegaan ten behoeve van een bijdrage aan de revitalisering van het Paramaribo Werelderfgoed (IADB/USD 30 miljoen), het verbeteren van de elektriciteitsvoorziening in afgelegen dorpen via hybride systemen (CDF/USD 10,01 miljoen) en de zesde IMF tranche van ongeveer USD 61,8 miljoen , waarvan USD 25 miljoen bestemd is voor begrotingssteun.
De schuld-bbp-ratio per eind juni bedraagt 62,7 procent, hiervan bedroeg de binnenlandse schuldratio 13,9 procent en de buitenlandse schuldratio 48,8 procent.
Volgens het tweede kwartaalrapport van het Bureau voor de Staatschuld impliceert dit dat de schuld-bbp-ratio in juni 2024 met ongeveer 31 procentpunten is gedaald ten opzichte van eind 2023, en met 7 procentpunten ten opzichte van het eerste kwartaal van dit jaar. Het obligoplafond op basis van deze berekening, is hierdoor dichtbij de vereiste 60 procent gekomen, zo schrijft het Bureau voor de Staatsschuld in zijn rapport.