Door de minister van Milieu is een persconferentie gehouden om openheid van zaken te geven met betrekking tot de carbon credits. Recent hadden we het over de rol van de inheemse en tribale volken (ITV) in het geheel. De minister moet niet vergeten om de ITV aandeelhouder te maken van de verkoop van de carbon credits. Een deel van de opbrengsten van de Staat moet uitgekeerd worden aan de ITV. Dat kan in de vorm van gemeenschaosdiensten als gemeenschapscentra, scholen, schoolmeubilair, schoolmateriaal, voeding op school, infrastructuur, medische zorg in ruime zin, ondersteuning van micro- en klein ondernemerschap, beurzen aan kinderen op de middelbare scholen en universiteiten in Paramaribo, technisch beroepsonderwijs en coöperaties, loopbaanbegeleiding, schooltransport en niet in de laatste plaats de bevordering van sport en de financiering van sportclubs.
De regering moet vooral niet vergeten om de onderhouders en gebruikers van het bos hun aandeel uit te keren. De regering moet een beheersstructuur in elkaar zetten om de middelen van de inheemsen en tribale volken te laten beheren door een stichting. In het bestuur bestaat de meerderheid uit vertegenwoordigers van de ITV. Er moet een openbare verantwoording zijn van de verantwoording van de middelen die via YouTube te volgen moet zijn. De prioriteiten waaraan de middelen moeten worden besteed moet op een democratische wijze worden bepaald. Dat betekent dus dat een toevallige granman of stamhoofd niet in zijn eentje bepaalt wat er met de middelen moet worden gedaan.
Enige tijd terug is wereldkundig gemaakt dat Suriname het eerste land wil zijn om koolstofkredieten onder het Parijs Akkoord te verkopen. Een buitenlandse adviseur van de Surinaamse regering zou dit voornemen op een internationaal platform kenbaar hebben gemaakt. We stelden ons eerder de vraag of er in Suriname genoeg deskundigheid is om de verkoop van koolstofkredieten voor te bereiden, te begeleiden en/of te monitoren. In Suriname is er nog nauwelijks over de materie van de verkoop van koolstofkredieten gesproken, ook niet in DNA. De verkoop van koolstofkredieten kan mogelijk zorgen voor noemenswaardige inkomsten. De vraag is of de inkomsten zijn opgenomen op de komende begroting van 2025. Zijn deze inkomsten opgenomen in de BBP-projecties van het IMF over de groei van de Surinaamse economie?
Suriname is 1 van de 3 landen in de wereld die ‘carbon negatief’ zijn. Suriname produceert dus meer zuurstof dan kooldioxide. Suriname behoort inderdaad tot de eerste landen te zijn die koolstofkredieten zullen kunnen verkopen.
De vraag komt ook op waarom Suriname tot nu toe nooit de moeite heeft genomen om deze potentieel haalbare mogelijkheid van inkomsten binnen te halen. De verkoop van koolstofkredieten zou Suriname kunnen binden aan enkele milieuvoorwaarden die in zouden gaan tegen enge persoonlijke belangen van enkele politici. Is het nu zo dat de Surinaamse regering geen rekening hoeft te houden met deze enge persoonlijke belangen?
Het Parijs Akkoord Parijs van de VN uit 2015 om klimaatverandering tegen te gaan, zou een systeem omvatten dat aan landen de mogelijkheid biedt om koolstofkredieten te verkopen. De landen die carbon credits hebben kunnen die verkopen aan de industrielanden die vervuilen en die de carbon credits niet kunnen hebben. Suriname zou een adviseur in de arm hebben genomen over de verkoop van de carbon credits. Dit werd enige tijd geleden gemeld door het internationale nieuwsagentschap Reuters. Eerder zou de verkoop van koolstofkredieten door privébedrijven in andere landen niet hebben geleid tot een klimaatbijdrage.
Nu zal Suriname als regering koolstofkredieten proberen te verkopen. De verkoop leidt tot verdeeldheid onder deskundigen op de koolstofmarkt. Sommigen zeggen dat het verkopen van kredieten uit landen als Suriname de benodigde financiering voor ontwikkelingslanden zou kunnen opleveren. Anderen hebben hun bezorgdheid geuit over het feit dat de kredieten geen echte maatregel zijn om de opwarming van de aarde te beperken. De verkoop van carbon credits is namelijk een milieumaatregel. Suriname heeft bij de Verenigde Naties een hoeveelheid koolstofvoorraden in het Surinaams bos geregistreerd. Als het land zijn bos beschermt zodat de koolstofvoorraad stijgt, kan het die winst verpakken in de vorm van koolstofkredieten. Dat betekent dat enge belangen plaats zullen moeten maken voor het algemeen belang. Het gaat om ondernemers die het bos vervuilen, omkappen en vernietigen.
Suriname is een van de weinige ‘koolstof-negatieve’ landen, met zijn uitgestrekte oerwoud dat meer broeikasgassen absorbeert dan het ontwikkelingsland uitstoot. Het Parijs Akkoord praat over het verminderen van kooldioxide-uitstoot in de vorm van kredieten: ‘internationaal overdraagbare mitigatieresultaten’ oftewel ITMO’s. Deze kredieten, die een bepaalde waarde hebben in USD, zouden Suriname aan andere landen of bedrijven kunnen verkopen die bijvoorbeeld vervuilende activiteiten hebben. Suriname zou binnen enkele weken ITMO-kredieten kunnen verstrekken, ondersteund door emissiereducties in zijn bossen. Ongeveer 30 bedrijven waren al aan het onderzoeken of ze de credits zouden kopen.
Suriname zou emissiereducties in 2021 en 2022 hebben laten noteren bij de VN in het kader van REDD+. Suriname zou hebben verklaard dat gerapporteerde emissiebesparingen de verkoop van koolstofkredieten zouden ondersteunen. Suriname heeft een koolstofreductie geregistreerd bij REDD+ VN van 4,8 miljoen ton kooldioxide-equivalent voor 2021. Dat zou Suriname in staat stellen om tot 4,8 miljoen credits te verkopen, aangezien elke ton gelijk staat aan één credit.
De LEAF Coalition, een privaat-publiek partnerschap van rijke landen als de Verenigde Staten en bedrijven als Amazon, heeft beloofd vrijwillig koolstofmarktkredieten te kopen om bosbescherming te financieren voor ten minste $10 per krediet. Suriname zou dus voor de koolstofreductie van 2021 al voor USD 48 miljoen carbon credits kunnen verkopen. Uiteindelijk zou het aan de koper zijn om de kredieten van Suriname te beoordelen. Van Suriname wordt verwacht dat het land eerste rapport zal indienen bij de VN, waarin staat hoe de verkoopopbrengsten zullen worden besteed. Dat is met name van belang, het zal niet besteed kunnen worden voor consumptieve doeleinden.(Foto: Paula Dupraz-Dobias/Al Jazeera)