Artikel 19a van het Nederlands Burgerlijk Wetboek (Boek 1) bepaalt dat voor kinderen geboren op of boven Nederlands grondgebied in een rijdend voertuig, varend schip of tijdens een binnenlandse vlucht, de geboorteplaats wordt vastgesteld als de gemeente waar het kind het voertuig verlaat.
Ronald Zijlstra van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken verduidelijkt dat als een kind boven Flevoland wordt geboren en het vliegtuig landt op Schiphol, Haarlemmermeer als geboorteplaats geldt.
Bij internationale reizen moet de gezagvoerder een voorlopige geboorteakte opstellen in aanwezigheid van twee getuigen en, indien mogelijk, de vader. Deze akte, met de coördinaten van de geboorteplaats, wordt naar de ambtenaar van de burgerlijke stand in Den Haag gestuurd voor een definitieve akte. In het paspoort worden het registratienummer van het voertuig en de coördinaten vermeld.
Deze regels zijn van toepassing als het voertuig in Nederland is geregistreerd.
Voor in andere landen geregistreerde voertuigen gelden de regels van dat land. Bijvoorbeeld, de ambassade van Zweden stelt dat de plaats waar het vliegtuig landt als geboorteplaats geldt.
Deze locatie kan ook de nationaliteit van het kind beïnvloeden. Zo werd een meisje, geboren tijdens een vlucht van Amsterdam naar Boston in Canadees luchtruim, officieel een Canadese. In Amerikaans luchtruim geboren kinderen krijgen automatisch de Amerikaanse nationaliteit. Charles Woolley van het Amerikaanse consulaat in Amsterdam merkt op dat een in een Nederlands vliegtuig in Amerikaans luchtruim geboren kind een Amerikaan is, terwijl Nederland moet beslissen over het Nederlandse staatsburgerschap.