De Portugezen in Suriname, een beduidend kleine groep in de Surinaamse samenleving, heeft 171 jaar aanwezigheid in Suriname gevierd enkele dagen terug.
De geschiedenis van de Portugezen in Suriname is niet zo bekend, maar het is een belangrijk onderdeel van de Surinaamse geschiedenis door de blijvende rol die deze groep in het land heeft vervuld. De Portugezen hebben een belangrijke rol te vervullen gehad in Suriname. In de volksmond werd deze groep, die historisch veel zat in de handel en de vrije beroepen, aangeduid als de ‘Po(r)tgisi’.
De nazaten van de Portugezen zitten verenigd in de organisatie Madeiran Descendants in Suriname (Madeisu). Deze organisatie heeft de 171ste herdenking van de aankomst van de eerste Portugezen in Suriname donderdag herdacht te Nieuw Amsterdam in Commewijne. Daarbij werd gememoreerd dat de 124 immigranten uit Madeira in Suriname aankwamen in Suriname 171 jaar terug in 1853. Dat is 10 jaar voor afschaffing van de slavernij en 20 jaar voor de komst van de andere grote groep immigranten namelijk de hindoestanen. Deze 124 immigranten werden ingezet op de plantages Suzanna’s Daal, Katwijk en Boxel.
De eerste Portugezen waren Sefardische Joden en kwamen in de 17e eeuw aan. De tweede groep is afkomstig van het eiland Madeira en kwam vanaf 1853 aan als contractarbeider. Op 15 augustus 1853 zetten de eerste Portugese contractarbeiders voet aan wal in Suriname. Dit was eerder, nog wel in hetzelfde jaar, dan de eerste Chinese contractarbeiders in Suriname. Madeira (Portugees voor hout) is een eiland in de Atlantische Oceaan, ongeveer 700 kilometer ten westen van Afrika en 850 kilometer ten zuidwesten van de Portugese kust.
Samen met Porto Santo en de zuidelijker gelegen Ilhas Desertas en de Ilhas Selvagens vormt het de archipel en autonome regio Madeira van Portugal. De Azoren hebben binnen Portugal dezelfde status. De grootste stad op Madeira en tevens de hoofdstad van de autonome regio is Funchal.
De Portugezen kwamen 171 jaar terug met 124 aan boord van de schoener Maravilha. In de Hoornsche Courant van 1 oktober 1853 was er verbazing over de bij elkaar 130 personen aan boord, “terwijl tegenwoordig in Europa zoveel maatregelen worden genomen, om het vervoer van een groot aantal landverhuizers op een en hetzelfde schip tegen te gaan, een overvoer als deze, die maar al te zeer aan de opeenpakking der slavenhalers herinnert, heeft kunnen plaats hebben.” Dit stond toen in de Nederlandse krant. Op de terugreis nam de Maravilha goederen uit Suriname mee, te weten 72 vaten melasse, 10 vaten suiker en 6 vaten (puncheons) rum.
De Portugese contractarbeiders waren afkomstig van het eiland Madeira en waren eigenlijk gerekruteerd voor Brits-Guyana. Voor de kust van Marowijne waarschuwde een Engelse kapitein echter dat er een epidemie met gele koorts heerste in Demerara. Om te voorkomen dat de verzwakte passagiers ermee in contact zouden komen, werden ze eerst opgevangen door het koloniale bestuur. In Suriname werden contracten getekend met dezelfde arbeidsvoorwaarden en betalingen zoals die vanuit Brits-Guyana aan de Portugezen waren geboden. De contractarbeiders uit Madeira gingen aan het werk op de plantages van Boxel, Katwijk en Suzanna’s Daal in Commewijne.
In 1854 volgde een groep van 155 immigranten op de schoeners Libania en Adelaida, in 1863 kwamen 36 aan en in 1864 nog eens 188. Een poging in 1884 mislukte. Wel kwamen nog Madeirezen van Brits-Guyana naar Suriname. In totaal kwamen meer dan 500 immigranten uit Madeira naar Suriname. Van hen was 60% man, 20% vrouw en 20% kind. De sterfte onder hen was hoog. Van de 224 immigranten die van 1863 tot 1864 aan was gekomen, was vijftig procent na drie jaar overleden. De gouverneur (Charles Pierre Schimpf) legde de schuld bij de bevolkingsgroep zelf. Een vergelijkbare hoge sterfte was jaren eerder te zien geweest bij de boeroes.
Pas begin 21ste eeuw ontdekte Jaap van Dissel van het Leids Universitair Medisch Centrum dat dysenterie daar de doodsoorzaak was geweest, veroorzaakt door het drinken van verontreinigd rivierwater. Zelfs na de besmetting hadden boeroes van de dood gered kunnen worden door over te gaan op schoon drinkwater.
De meeste arbeiders keerden na het uitdienen van hun contract terug naar Madeira. De meeste achterblijvers stopten met landbouw en gingen door in de handel. Zij integreerden snel in de Surinaamse samenleving. Het aantal Portugese winkels in Paramaribo steeg van 25 in 1879 naar 50 in 1898. Zij werden echter geen grote handelsgroep door de concurrentie met Libanese Surinamers en Chinese Surinamers.
Ter herinnering aan de aankomst werd in 2023 een plaquette voor 170 jaar Portugese immigratie onthuld. Dit was de eerste keer dat er in Suriname met een gedenkteken werd stilgestaan bij de komst van de Madeirese Portugezen.
De Portugese contractarbeiders waren pioniers die op hun eigen wijze een bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van Suriname. Zij hebben zich geheel geïntegreerd in de samenleving. Hun nakomelingen betekenen op alle terreinen een verrijking voor Suriname. Nadrukkelijk zijn de nazaten van de Portugese immigranten actief in onder meer handel, industrie, onderwijs, wetenschap en sport.