Met de olie en gasplannen van Suriname gaat het land in een groen dilemma komen te zitten. Suriname wil olie exploiteren, maar het land is ook gebonden aan de internationale klimaatakkoorden. Nu worden er al elektrische auto’s in Suriname verkocht en vond Staatsolie het nodig om zich daarover uit te laten.
Staatsolie was ooit op het pad van de ontwikkeling van groene energie uit biobrandstof. Dat pad is verlaten waarbij er zelfs aanplanten waren gedaan. Staatsolie is nu wel betrokken bij de EBS als de dure leverancier van brandstof, wat op zich een vervuilende activiteit is.
Suriname is een carbon negatief land, een van de enige 3 in de wereld. Verder zouden wij in de top 3 zitten van de landen met de hoogste bosbedekking procentueel bekeken qua landoppervlakte. Er zijn wel landen met meer hectare bos, maar Suriname heeft een van de hoogste oppervlakken qua bosbedekking. De Surinaamse president heeft al op een klimaattop aangegeven, dat hij het oneerlijk vindt dat wij als onderontwikkeld land met zware schulden onze rijkdommen die laat zijn ontdekt niet kunnen exploiteren, terwijl wij grote achterstanden hebben. Bijna heeft de Surinaamse regering om de recente klimaattop om toestemming gevraagd om buiten de klimaatakkoorden om de aardolie en het gas uit de bodem te halen en bij te dragen aan de klimaatvervuiling.
We zien ook dat de final investment decision uitblijft en dat er twijfels zijn of Suriname de olie in zee wel gaat kunnen exploiteren, misschien wel. Wie daarvan het profijt zal hebben is ook een vraag. De predicties zijn dat Suriname niet eens de schulden met de olieinkomsten zal kunnen betalen.
Verder vernamen we dat Staatsolie als aandeelhouder in de olie exploratie de middelen al heeft (miljarden SRD) om bij te dragen aan de investeringen. Het volledige verhaal van de olie-industrie is niet geheel bekend, omdat zich een olie-elite in Suriname heeft ontwikkeld die gecorrumpeerd is. Men blijkt niet uit in transparantie, de gepolitiseerde elite. Die politisering is meer onder deze regering dan de vorige. Suriname zal in elke geval over moeten gaan naar de groene energie en jaarlijks zal het land rapportages moeten doen over klimaatvorderingen.
Transport blijkt in de wereld een van de meest vervuilende sectoren te zijn. Dat geldt voor zowel het personenverkeer, de treinen, het goederenverkeer over land en de vliegtuigen. De besnoeiingen in de luchtvaartsector halen vaak het nieuws. Maar, ook de auto’s vervuilen veel vanuit de openbare wegen.
De regeringen kunnen een voorbeeld geven door alvast de vele overheidsovertuigen gefaseerd te vervangen met elektrische auto’s. Maar dan zal de regering ook moeten investeren, samen met bedrijven, maar groene oplaadpunten.
Een elektrische auto is een auto die wordt aangedreven met een elektromotor. Deze auto wordt soms ook wel stekkerauto genoemd. De energie wordt geleverd door een tractiebatterij of een brandstofcel. Eind negentiende – begin twintigste eeuw, toen de ontwikkeling van de auto nog in de kinderschoenen stond, was de elektrische auto een serieuze concurrent van de stoomauto en de auto met een benzinemotor. Deze laatste zou het echter winnen, waarna de elektrische auto een nicheproduct werd. De elektrische auto is sinds 2010 sterk in opkomst en zal mogelijk de andere soorten verdringen. Het aantal elektrische auto’s (inclusief hybride auto’s) bedroeg wereldwijd in 2019 5,6 miljoen.
De milieu-effecten van de elektrische auto tijdens de gehele levenscyclus kunnen worden opgedeeld in drie fases: de productie van de auto (inclusief productie van de aandrijfbatterij), het rijden (inclusief de elektriciteitsproductie die nodig is om de aandrijfbatterij op te laden) en het recycleren van auto en aandrijfbatterij.
Elektrische wagens veroorzaken tijdens het rijden geen uitstoot van koolstofdioxide (CO2) en stikstofoxide (NOx). Door slijtage van de remmen en banden komen fijnstofdeeltjes vrij, maar door regeneratief remmen vindt er minder slijtage aan de remblokjes plaats; hoewel er door het soms hogere gewicht van een elektrische auto meer slijtage van de banden en het wegdek plaatsvindt ten opzichte van een gemiddelde auto met verbrandingsmotor. Hoe groot het lokale effect hiervan is ten opzichte van een benzineauto is nog niet goed onderzocht.
Tijdens het rijden verbruikt de auto elektrische energie. Wanneer de auto wordt opgeladen bij een oplaadpunt waarvan de elektriciteit afkomstig is van zonnepanelen of een groene stroomleverancier, dan rijdt hij op duurzaam geproduceerde elektriciteit. De snellaadstations van Fastned leveren 100% groene stroom van zon en wind. De energiebron van andere laadpalen is moeilijker vast te stellen. Volgens TNO in Nederland, die de gehele cyclus van bron tot verbruik met alle ins en outs heeft uitgerekend, produceert een elektrische auto beduidend minder CO2 dan een conventionele auto. Bij de elektriciteitsmix van 2014 stoot een volledig elektrische auto zo’n 35% minder CO2 uit dan een conventionele auto. Dit kan verbeteren als het percentage duurzame elektriciteit omhoog gaat en de efficiëntie van de auto’s verder stijgt.
De milieubelasting die optreedt bij de productie en afschrijving van elektrische auto’s, exclusief de aandrijfbatterij, is gelijk aan of kleiner dan die bij traditionele auto’s. Elektrische auto’s hebben echter zwaardere aandrijfbatterijen. De milieubelasting van productie en afschrijving hangt af van het type aandrijfbatterij. Een ander, zowel ecologisch als ethisch, pijnpunt is de ontginning van met name kobalt, veelal in Congo, dat nodig is voor de productie van batterijen. Deze mijnbouw is niet alleen ecologisch twijfelachtig, maar impliceert vaak ook kinderarbeid. In 2018 werd een proefproject opgestart om de ontmijning van kobalt in de zogenaamde artisanale mijnen van begin tot einde te volgen, om zo de problematiek van slechte arbeidsomstandigheden en kinderarbeid aan te pakken en te verzekeren dat de kobalt die men aankoopt op een ethische manier is ontgonnen.