Het Surinaamse parlement heeft het nieuwe Burgerlijk Wetboek (BW) aangenomen als hamerstuk, compleet zonder inhoudelijke behandeling. In ware bureaucratische stijl werden de meer dan 6.500 artikelen in 10 boeken zonder veel fanfare door de kamer gejaagd.
Parlementsleden, kennelijk tevreden met het simpelweg afvinken van de lijst, hebben hun vertrouwen volledig gelegd in de commissie onder leiding van oud-rechter Gangaram-Panday. Deze commissie heeft jarenlang in alle stilte gesleuteld aan het enorme wetboek, dat nu min of meer een directe kopie van het Nederlandse BW is.
Het maatschappelijk middenveld, blijkbaar in diepe slaap of brillend op de blonde, blauwe ogen van hun ex-koloniale meesters, heeft nauwelijks gereageerd op deze monumentale juridische verschuiving. Vaccinatiecampagnes zijn alerter aangepakt dan deze juridische facelift.
In een uniek geval van koloniale nostalgie hebben de ontwerpers gekozen voor dezelfde artikelnummers als het Nederlandse BW, in de hoop dat Surinaamse juristen zonder bijscholing kunnen aansluiten op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Of dit trots surrealisme een zegen of een vloek zal blijken, blijft te bezien.
Wat kunnen we nog meer verwachten van een parlement dat intern vergeelt bij de aanblik van Hollandse structuren? Een unieke ontdekking van het Surinaamse contingent: alles uit Holland is per definitie geweldig.
Als je dacht dat deze juridische grabbelton hilarisch was, maak je borst maar nat. Zodra de wet in werking treedt, zullen de eerste bezwaren en misverstanden ongetwijfeld op humoristische wijze aan de oppervlakte borrelen. Want laten we eerlijk zijn, wat is recht zonder een flinke dosis Surinaamse improvisatie en bureaucratische charme?
Dus neem plaats, chips in de hand, en bereid je voor op de juridische soap die ongetwijfeld zal volgen.