Er is een Nieuw Burgerlijk Wetboek aangenomen in Suriname waarin meer dan 6.500 artikelen voorkomen in 10 boeken. Elk boek omvat een rechtsgebied. De aanname van een Burgerlijk Wetboek van deze omvang had een abnormale wijze van behandeling nodig, maar die is niet gehanteerd. Het BW is aangenomen zonder een inhoudelijke behandeling. Men heeft deze zeer ruime verzameling van wetboeken aangenomen op dezelfde wijze als men minuscule wetten behandeld. De juristen die straks de achtergrond en motieven van DNA gaan willen onderzoeken om te achterhalen wat de beweegreden is geweest om bepaalde zaken te vernieuwen en te veranderen, gaan stuiten op een heel magere oogst. De DNA heeft namelijk geen visie geponeerd met betrekking tot de wijzigingen.
Heel summier is 1 uit de 100 onderwerpen aangekaart om erop te doen lijken alsof inhoudelijk naar het BW is gekeken. De coalitie heeft gesteund op de deskundigheid van de commissie die vanaf de regeerperiode van Venetiaan onder de voormalige JusPol-minister en de huidige president het werk heeft verricht. Deze commissie werd voorgezeten door oud-rechter Gangaram-Panday. In 2007 was het eerste ontwerp van het BW in zijn integraliteit beschikbaar voor openbare consumptie. Heel weinig is vanaf toen bekend in de Surinaamse samenleving met betrekking tot standpunten van de Surinaamse stakeholders over bepaalde punten waarmee men het niet eens is. Zo hebben we heel weinig gehoord van de bedrijven in Suriname, maar waarschijnlijk zijn die dan goed gehoord. Ook andere stakeholders hebben zich weinig laten horen, zoals belangengroepen en vakbonden, dus we kunnen ervan uitgaan dat ze zich wel kunnen vinden in het BW.
Als we gedurende de jaren kijken naar de inhoud van het integrale wetboek dat het civiele recht regelt, dan zien we dat er enorme verschuivingen hebben plaatsgevonden. Tussen 2007 en het moment van de goedkeuring van het BW als hamerstuk, zijn er nieuwe wetten bij gekomen die onderdelen van het concept-BW apart en dieper behandelen. Het is zichtbaar dat met deze wetgeving rekening is gehouden en dat delen van de nieuwe wetten integraal zijn overgenomen. In het beginstadium toen het maatschappelijk middenveld summier in het ontwerpproces was betrokken, begrepen we dat het Nieuw Burgerlijk Wetboek in grote lijnen een kopie was van het nieuwe BW van Nederland. Die keuze was gemaakt omdat de 2 rechtssystemen door de koloniale geschiedenis qua structuur en karakter veel met elkaar overeenkomen, met dit wezenlijk verschil dat het Nederlands recht op een wijze ongekend in Suriname beïnvloed wordt door Europese normen en richtlijnen zoals het Europees Sociaal Handvest.
Die keuze om het Nederlands civiele recht te kopiëren naar Suriname lag hem hierin, dat in de Surinaamse rechtspraktijk veel werd en wordt gebruik gemaakt van het ‘rechtersrecht’, dus het recht dat door interpretatie en ander uitleg gecreëerd wordt door Nederlandse rechters met name de Nederlandse Hoge Raad. De Nederlandse Hoge Raad heeft ook invloed op de Surinaamse rechtspraak en de arresten van de Raad worden ook op de Surinaamse rechtsscholen gehanteerd. Verder wordt ook de Nederlandse literatuur in Suriname veelvuldig gebruikt, omdat in Suriname er weinig schrijvers zijn die over bepaalde vakgebieden met enige autoriteit schrijven. Als die er zijn dan zijn wij vanuit de koloniale geschiedenis geneigd om veel meer waarde te hechten aan wat gezegd en geschreven wordt door de man met het blonde haar en de blauwe ogen.
Naar verluidt zou die koloniale kwaal ook aanwezig zijn op onze Surinaamse universiteiten. In de communicatie met het maatschappelijk middenveld begrepen wij dat door de ontwerpers van het nieuw BW zelfs gekozen is om dezelfde artikelnummers als het Nederlands BW te gebruiken, omdat daardoor zonder zogenaamde ‘transponering’ literatuur en jurisprudentie van Nederland kan worden gebruikt. Door het gelijk luiden van het Surinaams civiele recht met het Nederlandse, zouden nu juristen die in Suriname zijn opgeleid, gemakkelijker zonder bijscholing aansluiting kunnen vinden op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het is nog onduidelijk of de ontwikkeling die het Surinaamse civiele recht heeft meegemaakt door zich te evolueren naar een versie die min of meer het Nederlandse 1 op 1 benadert, ook te ontwaren is op het Nederlandssprekend deel van het Caribisch gebied. Dat zijn de eilanden die staatkundig tot enige verband staan met het Koninkrijk der Nederlanden.
Wij weten dat in Suriname belangengroepen pas wakker worden wanneer er in het nieuws stilgestaan wordt bij maatschappelijke ontwikkelingen. Nu hebben we dat niet gehad, waardoor wij denken dat er bezwaren etc. naar boven zullen komen drijven wanneer het nieuwe civiele recht zal worden toegepast op de rechtssubjecten. Dan zal men waarschijnlijk op zijn Surinaams wakker worden en zal men paardenmiddelen willen toepassen om het tij te keren maar het zal dan rijkelijk laat zijn en nagenoeg onmogelijk om zaken terug te draaien.
In elk geval is het te betreuren dat het BW zonder een inhoudelijke behandeling is aangenomen als een hamerstuk. Daar laten we dan even buiten beschouwing of het huidige parlement qua intellectuele ontwikkeling, in staat is om zo’n ingewikkelde samenhangend geheel van 10 wetboeken inhoudelijk te beschouwen. Er is een benadering dat alles wat vanuit Holland komt goed is, en dat is hier ook het geval geweest.
De uitwerking van het nieuwe recht zal blootleggen waar zaken nog gerepareerd moeten worden. En dat zal op zich dan laten wachten omdat ze niet vaak onze BW in de afgelopen decennia hebben gewijzigd.