In 1863 keerde een groep Terborgse burgemeesterskinderen samen met hun gezinnen terug naar de Achterhoek na het vergaren van fortuinen in Suriname. Dit was een cultuurshock voor de arme inwoners van Terborg. Natalya Staring en Willem Willemsen onderzochten dit voor het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL), zo bericht De Gelderlander.
De Terborgse zakenman Coenraad Nering Bögel en zijn broer Carel maakten rijkdom in Suriname, deels door twee katoen- en koffieplantages met tientallen slaven. Hun kinderen bleven vaak in Nederland terwijl de broers in Suriname werkten en investeerden.
Naarmate meer Terborgenaren naar Suriname trokken, verkreeg bijvoorbeeld de protestante onderwijzer Rutger Altingh een job dankzij de broers Bögel. Terugkeer naar de Achterhoek rond 1863, na afschaffing van de slavernij, toont de complexiteit van hun erfgoed.
De impact op de gemeenschap is onbekend door gebrek aan persoonlijke documenten. Een moreel oordeel blijft moeilijk, gezien hun betrokkenheid bij slavernijpraktijken. Ondanks hun pogingen om slaven te kopen en betere levens te geven, beperkte de wetgeving hun succes. Verscheidene families in Suriname dragen nog achternamen gerelateerd aan Terborgse locaties.