Met een betere besteding van dezelfde hoeveelheid geld dat de regering op de begroting opbrengt voor het sociaal beleid, is het volgens Financiën-minister Stanley Raghoebarsing mogelijk dat de armoede in Suriname binnen de kortste keren duurzaam wordt uitgebannen.
Een studie uitgevoerd door de Wereldbank, IDB, de Universiteit van Suriname het het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) heeft uitgewezen dat de armoede in Suriname 17,5 procent bedraagt. Dit armoedepercentage kan binnen 1 of 2 jaren teruggebracht worden naar 2,5 procent, indien ervoor gezorgd wordt dat het geld voor het sociaal beleid uitsluitend gaat naar de arme mensen.
Zoals het nu is gaat het geld voor het sociaal beleid ook naar de rijken en de middenklasse. Dat zou niet meer moeten. Vergeleken met andere landen geeft Suriname van de begroting procentueel veel meer geld uit aan sociaal beleid ter bestrijding van de armoede.
Volgens minister Raghoebarsing is het probleem bij de armoedebestrijding niet zozeer de hoeveelheid geld dat besteed wordt aan het sociaal beleid, maar een betere besteding ervan.
Zo wordt bijvoorbeeld AOV aan een ieder gegeven boven de 60 jaar. Daartussen zitten ook rijken en mensen uit de middenklasse die het niet nodig hebben. Hetzelfde gebeurt bij subsidies voor onder meer stroom. Het geld voor het sociaal beleid dient te gaan naar zij voor wie het bestemd is. Indien dat tot stand kan worden gebracht kan volgens de Financiën-minister de armoede binnen de kortste keren uitgebannen worden.