Minister van Financiën Stanley Raghoebarsing heeft bevestigd, dat de voortgang van het IMF-programma zich in een kritieke fase bevindt. Het negatieve saldo op de overheidsbegroting moet drastisch worden teruggebracht om te voldoen aan de criteria van het IMF. Deze situatie heeft ingrijpende gevolgen voor de Surinaamse samenleving, en er zijn zowel economische als sociale uitdagingen die overwonnen moeten worden.
Onze huis linkse econoom, Michael, stelt dat het implementeren van de door het IMF gestelde voorwaarden een bijzonder zware last legt op de bevolking. De overheidsuitgaven moeten strikt binnen de budgettaire mogelijkheden gehouden worden, wat betekent dat er weinig ruimte is voor sociale voorzieningen en publieke diensten. Vooral de armere bevolkingsgroepen zullen hier de dupe van worden, omdat zij het meest afhankelijk zijn van deze diensten. Michael waarschuwt dat de draconische bezuinigingen zouden kunnen leiden tot verdere sociale onrust en zelfs tot stijging van de armoede.
Daarnaast wijst Michael op de negatieve impact van de verhoogde stroomtarieven die worden doorgevoerd om meer inkomen voor de overheid te genereren. Dit betekent hogere kosten voor huishoudens en bedrijven, wat de koopkracht en de economische activiteit verder zou kunnen doen afnemen.
De noodzaak om de staatsschuld van circa SRD 9 miljard bij de Centrale Bank van Suriname terug te betalen, legt bovendien extra druk op de economie. Michael vreest dat de hiervoor benodigde middelen alleen gevonden kunnen worden door het verhogen van belastingen of het verder inkrimpen van uitgaven, wat de economische groei kan belemmeren.
Volgens Michael zou de overheid dringend alternatieve financieringsbronnen moeten overwegen om de impact op de samenleving te verzachten.
Hij stelt voor, dat de overheid meer moet investeren in sectorspecifieke groeiprogramma’s en duurzame ontwikkelingsprojecten die economische zelfstandigheid kunnen aanmoedigen. Verder pleit hij voor internationale samenwerking en hulp buiten het IMF om, om de financiën te stabiliseren zonder dat de sociale structuren worden aangetast.
Kortom, de kritieke fase van het IMF-programma vereist dringende en doortastende maatregelen, maar de betrokkenheid van alle economische actoren en het vinden van een balans tussen bezuinigingen en sociale welzijn is cruciaal. Michael benadrukt dat de sociale gevolgen van economische hervormingen niet mogen worden onderschat, en dat een evenwichtige aanpak noodzakelijk is om zowel economische als sociale stabiliteit in Suriname te waarborgen.