Tijdens een donderdag 8 augustus gehouden persbriefing hebben de Surinaamse overheid en de delegatie van het Internationaal Monetair Fonds, IMF, belangrijke details gedeeld over de voortgang van het Extended Fund Facility Arrangement (EFF) voor Suriname. Voor het verkrijgen van de volgende zogenaamde IMF-tranche hebben begrotingsnaleving en staatsschuldfinanciering een essentiële rol.
Minister van Financiën en Planning Stanley Raghoebarsing onderstreepte de kwetsbaarheid van de economische stabiliteit en benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor een solide begroting niet alleen bij het ministerie van Financiën ligt, maar bij alle ministeries. “Het is van cruciaal belang dat we zowel de inkomsten als de uitgaven strikt binnen de begrotingslimieten houden”, verklaarde hij. De bewindsman deed een beroep op alle ministeries om hun begrotingen strikt te beheren en te zorgen voor een efficiënte uitvoering van hun financiële plannen.
EBS subsidieproblematiek
Een belangrijk aandachtspunt is de subsidieproblematiek van de Energiebedrijven Suriname (EBS). Sinds januari is er al USD 60 miljoen aan subsidies verstrekt, terwijl de totale subsidies voor EBS op USD 70 miljoen liggen. “In de periode van januari tot juli van dit jaar hebben wij voor een totaalbedrag van USD 60 miljoen aan voorschotten en dividenden van Staatsolie ontvangen. Dit bedrag is rechtstreeks aangewend voor subsidies aan de EBS. De totale subsidies aan de EBS bedroegen USD 70 miljoen, waarbij nog een aanvullend bedrag van USD 10 miljoen noodzakelijk was om de elektriciteitsvoorziening te waarborgen. Deze situatie is niet houdbaar en kan niet voortgezet worden”, aldus minister Raghoebarsing. Hij gaf aan dat de extra gelden van tariefsverhogingen zullen terugvloeien naar de staatsbegroting. “Deze maatregelen zijn noodzakelijk. Als daar niet aan voldaan wordt komt de volgende tranche van het IMF niet binnen en dreigt het programma te stoppen”, voegde hij eraan toe.
IMF: “Er wordt teveel uitgegeven aan elektriciteitssibsidies”
Anastacia Guscina van het IMF zei de voortgang in de gesprekken te waarderen en noemde de stabilisatie van de macro-economische situatie een positief teken. “De inflatie daalt gestaag en de wisselkoers is stabiel. De betrokkenheid van internationale donoren en instellingen zoals de Wereldbank en de IDB onderstreept het groeiende respect voor Suriname,” zei Guscina.
Ze benadrukte echter ook dat de doelstellingen met betrekking tot het primaire begrotingssaldo niet zijn gehaald en dat er teveel wordt uitgegeven aan elektriciteitssubsidies, inclusief onterecht toegekende subsidies aan gezonde huishoudens. Guscina waarschuwde ook voor de risico’s die voortkomen uit de controversiële onderhandelingen met vakbonden en de aanwezigheid van zogenaamde ‘spookambtenaren’.